Toelichting

Toelichting bij de financiële toestand (M2)

Het schema M2 geeft een zeer beknopt overzicht weer van de financiële toestand van onze gemeente in 2020-2025. 

Het beschikbaar budgettair resultaat (gemeente + OCMW) is het totaal van de liquide middelen nadat alle schulden zijn betaald en alle vorderingen zijn ontvangen op het einde van het jaar. Dit bedrag dient verplicht jaarlijks positief te zijn, en is dat ook nog steeds zo bij deze zesde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. In 2022 bedraagt het beschikbaar budgettair resultaat 2.144.245 euro, en evolueert naar 102.314 euro in 2025. 

De autofinancieringsmarge (gemeente + OCMW) wordt berekend door de netto periodieke leningsuitgaven af te trekken van het exploitatieresultaat exclusief de kosten van de schulden. Deze moet enkel positief zijn op het einde van de planningsperiode, in dit geval op het einde van 2025, en is dat ook nog zo bij deze zesde aanpassing van meerjarenplan 2020-2025. In 2022 bedraagt de autofinancieringsmarge 756.692 euro, en evolueert naar 326.614 euro in 2025. De autofinancieringsmarge is opnieuw gestegen  t.o.v. de vorige aanpassing. Dit is voornamelijk te verklaren door de stijgende exploitatie-ontvangsten, omwille van de herramingen in de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen onroerende voorheffing, ondanks het feit van de stijgende werkingskosten zoals de nutsvoorzieningen, en de lonen. De kosten van de schulden nemen ook iets af en worden verder doorgeschoven naar 2023 en 2024. In deze jaren zit immers ook de piek wat investeringen betreft met in 2023 en in  2024 een raming van respectievelijk 10,9 mio en 15,9 mio euro aan investeringen.

De gecorrigeerde autofinancieringsmarge (gemeente + OCMW) houdt rekening met jaarlijkse aflossingen, ook bij alternatieve financieringsvormen, zodat zichtbaar wordt of de leninglasten al dan niet worden doorgeschoven naar een periode ná de planningsperiode. Als de autofinancieringsmarge kleiner is dan de gecorrigeerde autofinancieringsmarge is er geen probleem. In het geval de autofinancieringsmarge (veel) groter is dan de gecorrigeerde, zou dit er op kunnen wijzen dat een bestuur de leningslasten doorschuift naar een volgende legislatuur of generatie en is er mogelijk sprake van een fictief structureel evenwicht. In alle jaren (behalve 2025) van dit aangepast meerjarenplan is de autofinancieringsmarge kleiner dan de gecorrigeerde autofinancieringsmarge en is er dus geen probleem. Aangezien de berekening van de gecorrigeerde autofinancieringsmarge rekening houdt met gecorrigeerde aflossingen aan 8% van de totale openstaande schuld, en ons bestuur in dit meerjarenplan bijna alle oude leningen aflost, de laatste jaren geen nieuwe leningen meer heeft aangegaan, en nu wel heel wat nieuwe leningen zal aangaan (met het grootste aandeel in 2024) waarbij in het begin (vanaf 2025) vooral intresten worden afgelost en de intrestvoeten opnieuw aan het stijgen zijn, is dit een logische verklaring. Er werden geen bulletleningen of andere gelijkaardige constructies gebruikt bij het inschrijven van de nieuwe leningen.

Schema T1 : Overzicht ontvangsten en uitgaven functionele aard

Terug naar navigatie - Schema T1
T1: Ontvangsten en uitgaven naar functionele aard 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)
Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver
Algemeen directeur: Gunter Desmet
Financieel directeur: Britt Van den Broeck
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Algemene financiering
Exploitatie
Uitgave 523.795 452.696 413.248 422.214 504.701 1.003.470
Ontvangst 25.269.458 24.912.614 25.926.388 29.618.215 29.646.918 30.602.657
Saldo 24.745.663 24.459.918 25.513.140 29.196.001 29.142.217 29.599.187
Investering
Uitgave 226.057 127.608 981.531 473.896 212.500 113.500
Ontvangst 113 14.289 168.595 3.087.820 0 1.150.000
Saldo -225.944 -113.319 -812.936 2.613.924 -212.500 1.036.500
Financiering
Uitgave 2.049.826 1.507.622 1.549.596 1.603.791 1.466.341 2.007.500
Ontvangst 1.046.098 203.203 526.394 3.636.394 14.491.394 3.301.394
Saldo -1.003.729 -1.304.420 -1.023.202 2.032.603 13.025.053 1.293.894
Algemeen bestuur en ondersteunende diensten
Exploitatie
Uitgave 5.769.913 5.768.381 6.625.145 7.973.027 8.238.750 8.404.231
Ontvangst 276.135 267.187 504.887 452.776 439.019 519.605
Saldo -5.493.778 -5.501.194 -6.120.258 -7.520.251 -7.799.731 -7.884.626
Investering
Uitgave 167.458 402.463 366.612 282.600 407.691 86.500
Ontvangst 0 0 17.018 0 0 0
Saldo -167.458 -402.463 -349.594 -282.600 -407.691 -86.500
Financiering
Uitgave 0 0 0 0 0 0
Ontvangst 0 0 0 0 0 0
Saldo 0 0 0 0 0 0
Burger, samenleving en sociaal beleid
Exploitatie
Uitgave 15.259.509 16.203.871 18.188.641 19.797.923 19.888.156 19.684.903
Ontvangst 10.561.431 10.972.343 12.665.667 13.140.113 13.284.857 13.118.697
Saldo -4.698.078 -5.231.528 -5.522.973 -6.657.810 -6.603.299 -6.566.207
Investering
Uitgave 301.643 327.130 870.945 874.885 548.839 464.700
Ontvangst 121.049 227.238 102.075 37.952 174.354 37.952
Saldo -180.594 -99.892 -768.870 -836.933 -374.485 -426.748
Financiering
Uitgave 0 0 0 0 0 0
Ontvangst 110.408 112.617 114.869 117.167 119.510 121.900
Saldo 110.408 112.617 114.869 117.167 119.510 121.900
Jeugd, sport, cultuur en vrije tijd
Exploitatie
Uitgave 2.171.625 2.582.900 3.101.909 3.342.256 3.234.168 3.244.487
Ontvangst 103.126 297.774 455.766 435.712 437.560 443.918
Saldo -2.068.498 -2.285.126 -2.646.143 -2.906.544 -2.796.608 -2.800.569
Investering
Uitgave 570.729 864.239 706.229 3.543.363 9.459.363 192.061
Ontvangst 0 0 0 149.000 0 0
Saldo -570.729 -864.239 -706.229 -3.394.363 -9.459.363 -192.061
Financiering
Uitgave 20.000 100.000 0 80.000 80.000 0
Ontvangst 16.267 22.501 17.739 18.993 26.998 35.002
Saldo -3.733 -77.499 17.739 -61.007 -53.002 35.002
Grondgebiedzaken
Exploitatie
Uitgave 5.640.037 5.621.589 7.005.215 7.510.020 7.423.624 7.763.439
Ontvangst 1.090.298 1.050.427 818.740 792.800 769.181 765.065
Saldo -4.549.739 -4.571.162 -6.186.475 -6.717.220 -6.654.443 -6.998.374
Investering
Uitgave 2.783.810 1.578.175 6.680.791 5.656.493 5.134.560 4.999.025
Ontvangst 394.181 106.382 1.041.545 1.141.512 372.966 1.193.758
Saldo -2.389.629 -1.471.794 -5.639.246 -4.514.980 -4.761.594 -3.805.267
Financiering
Uitgave 0 0 0 0 0 0
Ontvangst 62.755 62.755 498.276 62.756 62.756 62.756
Saldo 62.755 62.755 498.276 62.756 62.756 62.756
Veiligheid
Exploitatie
Uitgave 3.041.778 3.067.636 3.731.603 4.009.312 4.057.108 4.217.425
Ontvangst 677.863 695.460 767.284 944.518 944.518 944.518
Saldo -2.363.915 -2.372.176 -2.964.319 -3.064.794 -3.112.590 -3.272.907
Investering
Uitgave 114.993 114.720 115.555 108.650 114.720 114.720
Ontvangst 0 0 0 0 0 0
Saldo -114.993 -114.720 -115.555 -108.650 -114.720 -114.720
Financiering
Uitgave 0 0 0 0 0 0
Ontvangst 0 0 0 0 0 0
Saldo 0 0 0 0 0 0
AMJP06/2022: Ontvangsten en uitgaven naar functionele aard 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)

Schema T2 : Overzicht ontvangsten en uitgaven economische aard

Terug naar navigatie - Schema T2
T2: Ontvangsten en uitgaven naar economische aard 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)
Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver
Algemeen directeur: Gunter Desmet
Financieel directeur: Britt Van den Broeck
I. Exploitatie-uitgaven 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Operationele uitgaven 32.113.742 33.436.402 38.834.894 42.847.475 43.045.759 43.521.169
1. Goederen en diensten 6.396.383 6.922.180 9.411.738 10.542.605 10.054.723 10.140.545
2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 17.576.386 18.678.418 21.388.542 23.488.046 24.231.423 24.614.124
a. Politiek personeel 533.297 614.554 667.881 720.855 735.155 749.676
b. Vastbenoemd niet-onderwijzend personeel 5.988.852 5.664.651 6.393.073 6.794.451 6.922.878 6.758.165
c. Niet vastbenoemd niet-onderwijzend personeel 5.312.001 6.285.207 7.704.658 8.865.550 9.333.174 9.732.005
d. Onderwijzend personeel ten laste van bestuur 103.360 129.958 117.296 73.096 74.558 76.049
e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden 5.074.477 5.330.591 5.705.901 6.215.642 6.339.959 6.466.577
f. Andere personeelskosten 406.803 477.534 567.869 568.393 570.638 571.489
g. Pensioenen 157.595 175.923 231.864 250.059 255.060 260.161
3. Individuele hulpverlening door het O.C.M.W. 908.121 920.437 1.233.491 1.053.307 992.157 992.157
4. Toegestane werkingssubsidies 7.145.637 6.843.182 6.744.748 7.704.142 7.708.081 7.714.967
- aan de districten 0 0 0 0 0 0
- aan de eigen autonome provinciebedrijven (APB) 0 0 0 0 0 0
- aan de eigen autonome gemeentebedrijven (AGB) 45.686 0 0 0 0 0
- aan welzijnsverenigingen 2.602.004 2.576.193 1.845.358 2.494.154 2.490.437 2.381.531
- aan andere OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0
- aan de politiezone 1.948.979 2.010.860 2.397.025 2.873.972 2.848.922 2.861.816
- aan de hulpverleningszone 1.069.649 1.026.200 1.235.838 1.026.200 1.099.046 1.256.469
- aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) 260.606 200.663 215.947 224.902 209.981 173.868
- aan besturen van de eredienst 747 3.257 16.535 16.853 21.207 21.498
- aan niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen 0 0 0 0 0 0
- aan andere begunstigden 1.217.965 1.026.009 1.034.045 1.068.061 1.038.488 1.019.785
5. Andere operationele uitgaven 87.216 72.186 56.375 59.375 59.375 59.375
B. Financiƫle uitgaven 292.914 260.671 230.867 207.278 300.749 796.787
1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden 291.506 253.375 228.677 204.718 298.189 794.227
- aan financiƫle instellingen 193.435 250.323 142.493 119.639 214.031 711.651
- aan andere entiteiten 98.071 3.051 86.184 85.079 84.158 82.576
2. Andere financiƫle uitgaven 1.408 7.296 2.190 2.560 2.560 2.560
C. Rechthebbenden uit het overschot van het boekjaar 0 0 0 0 0 0
II. Exploitatieontvangsten 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Operationele ontvangsten 36.975.474 37.167.777 40.456.824 44.727.578 44.867.238 45.741.451
1. Ontvangsten uit de werking 3.492.449 3.601.960 4.716.233 4.780.868 4.787.600 4.473.854
2. Fiscale ontvangsten en boetes 19.280.998 18.764.244 19.460.817 22.873.216 22.521.631 23.192.851
a. Aanvullende belastingen 16.284.031 15.913.180 16.527.910 19.730.596 19.332.844 19.954.146
- Opcentiemen op de onroerende voorheffing 7.612.441 7.603.266 7.649.751 8.442.859 8.773.349 8.843.694
- Aanvullende belasting op de personenbelasting 8.290.062 7.859.941 8.439.005 10.821.579 10.093.337 10.644.294
- Andere aanvullende belastingen 381.528 449.972 439.154 466.158 466.158 466.158
b. Andere belastingen en boetes 2.996.967 2.851.064 2.932.907 3.142.620 3.188.787 3.238.705
3. Werkingssubsidies 13.944.666 14.560.172 15.940.918 16.689.920 17.161.662 17.665.809
a. Algemene werkingssubsidies 5.707.415 5.792.490 6.182.239 6.482.277 6.807.697 7.066.032
- Gemeentefonds 4.754.439 4.924.717 5.077.164 5.234.418 5.397.168 5.565.755
- Andere algemene werkingssubsidies 952.977 867.773 1.105.075 1.247.859 1.410.529 1.500.277
- van de federale overheid 35 1.369 0 0 0 0
- van de Vlaamse overheid 914.738 866.404 1.105.075 1.247.859 1.410.529 1.500.277
- van de provincie 0 0 0 0 0 0
- van de gemeente 0 0 0 0 0 0
- van het OCMW 0 0 0 0 0 0
- van andere entiteiten 38.203 0 0 0 0 0
b. Specifieke werkingssubsidies 8.237.250 8.767.682 9.758.679 10.207.643 10.353.965 10.599.778
- van de federale overheid 899.052 986.719 1.127.522 1.062.087 1.013.277 1.018.725
- van de Vlaamse overheid 6.693.282 7.577.911 8.404.253 8.918.651 9.088.783 9.354.148
- van de provincie 0 0 0 0 0 0
- van de gemeente 0 0 0 0 0 0
- van het OCMW 0 0 0 0 0 0
- van andere entiteiten 644.917 203.052 226.904 226.905 251.905 226.905
4. Recuperatie individuele hulpverlening 138.624 148.224 172.465 172.465 172.465 172.465
5. Andere operationele ontvangsten 118.737 93.177 166.390 211.110 223.880 236.472
B. Financiƫle ontvangsten 1.002.837 1.028.028 681.909 656.556 654.817 653.008
C. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0 0 0 0 0 0
III. Exploitatiesaldo 5.571.655 4.498.732 2.072.972 2.329.381 2.175.547 2.076.503
I. Investeringsuitgaven 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 37.112 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 37.112 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 3.564.190 2.655.226 8.328.459 9.105.085 14.992.733 5.756.286
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 3.564.190 2.655.226 7.346.928 8.237.188 14.330.233 5.193.786
a. Terreinen en gebouwen 807.693 980.817 1.401.389 2.905.669 9.463.738 407.180
b. Wegen en andere infrastructuur 1.471.396 1.038.582 4.758.086 4.001.934 4.008.151 3.910.631
c. Roerende goederen 239.004 432.624 661.059 803.192 331.950 349.581
d. Leasing en soortgelijke rechten 1.046.098 203.203 526.394 526.394 526.394 526.394
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 981.531 867.896 662.500 562.500
a. Onroerende goederen 0 0 981.531 867.896 662.500 562.500
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 65.778 119.691 195.078 357.715 96.000 64.500
D. Toegestane investeringssubsidies 497.610 639.417 1.198.125 1.477.088 788.939 149.720
- aan de districten 0 0 0 0 0 0
- aan autonome provinciebedrijven (APB) 0 0 0 0 0 0
- aan autonome gemeentebedrijven (AGB) 0 0 0 0 0 0
- aan welzijnsverenigingen 10.000 0 0 0 0 0
- aan andere OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0
- aan de politiezone 90.193 89.920 90.755 83.850 89.920 89.920
- aan de hulpverleningszone 24.800 24.800 24.800 24.800 24.800 24.800
- aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) 0 0 0 0 0 0
- aan niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen 0 0 0 0 0 0
- aan besturen van de eredienst 2.473 25.027 26.606 341.200 23.600 0
- aan andere begunstigden 370.143 499.670 1.055.964 1.027.238 650.619 35.000
II. Investeringsontvangsten 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 74.762 49.894 49.766 49.766 49.766 49.766
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 74.762 49.894 49.766 49.766 49.766 49.766
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 37.112 12.060 111.053 3.087.820 0 1.150.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 37.112 0 77.920 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 37.112 0 77.920 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 12.060 33.133 3.087.820 0 1.150.000
a. Onroerende goederen 0 12.060 33.133 3.087.820 0 1.150.000
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 403.469 285.955 1.168.414 1.278.698 497.554 1.181.944
- van de federale overheid 0 0 0 0 0 0
- van de Vlaamse overheid 103.434 229.467 1.057.647 1.278.698 497.554 1.181.944
- van de provincie 223.681 0 0 0 0 0
- van de gemeente 0 0 0 0 0 0
- van het OCMW 0 0 0 0 0 0
- van andere entiteiten 76.353 56.488 110.768 0 0 0
III. Investeringssaldo -3.649.347 -3.066.426 -8.392.429 -6.523.603 -15.330.352 -3.588.796
Saldo exploitatie en investeringen 1.922.309 1.432.306 -6.319.458 -4.194.222 -13.154.806 -1.512.293
I. Financieringsuitgaven 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Vereffening van financiƫle schulden 2.049.826 1.507.622 1.549.596 1.603.791 1.466.341 2.007.500
1. Periodieke aflossingen van opgenomen leningen en leasings 2.049.826 1.507.622 1.549.596 1.603.791 1.466.341 2.007.500
2. Niet-periodieke aflossingen van opgenomen leningen en leasings 0 0 0 0 0 0
B. Vereffening van niet-financiƫle schulden 0 0 0 0 0 0
C. Toegestane leningen en betalingsuitstel 20.000 100.000 0 80.000 80.000 0
1. Toegestane leningen 20.000 100.000 0 80.000 80.000 0
- aan autonome provinciebedrijven (APB) 0 0 0 0 0 0
- aan autonome gemeentebedrijven (AGB) 0 0 0 0 0 0
- aan welzijnsverenigingen 0 0 0 0 0 0
- aan andere OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0
- aan de politiezone 0 0 0 0 0 0
- aan de hulpverleningszone 0 0 0 0 0 0
- aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) 0 0 0 0 0 0
- aan besturen van de eredienst 0 0 0 0 0 0
- aan niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen 0 0 0 0 0 0
- aan andere begunstigden 20.000 100.000 0 80.000 80.000 0
2. Toegestaan betalingsuitstel 0 0 0 0 0 0
D. Vooruitbetalingen 0 0 0 0 0 0
E. Kapitaalsverminderingen 0 0 0 0 0 0
II. Financieringsontvangsten 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Aangaan van financiƫle schulden 1.046.098 203.203 526.394 3.636.394 14.491.394 3.301.394
- opname van leningen en leasings bij financiƫle instellingen 0 0 0 3.110.000 13.965.000 2.775.000
- opname van leningen en leasings bij andere entiteiten 1.046.098 203.203 526.394 526.394 526.394 526.394
B. Aangaan van niet-financiƫle schulden 0 0 0 0 0 0
C. Vereffening van toegestane leningen en betalingsuitstel 189.431 197.873 630.884 198.916 209.264 219.658
1. Terugvordering van toegestane leningen 189.431 197.873 630.884 198.916 209.264 219.658
a. Periodieke terugvorderingen 189.431 197.873 195.364 198.916 209.264 219.658
b. Niet-periodieke terugvorderingen 0 0 435.520 0 0 0
2. Vereffening van betalingsuitstel 0 0 0 0 0 0
D. Vereffening van vooruitbetalingen 0 0 0 0 0 0
E. Kapitaalsvermeerderingen 0 0 0 0 0 0
F. Bijdragen en schenkingen niet gekoppeld aan operationele 0 0 0 0 0 0
III. Financieringssaldo -834.298 -1.206.546 -392.318 2.151.519 13.154.317 1.513.552
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Budgettair resultaat van het boekjaar 1.088.011 225.760 -6.711.776 -2.042.703 -489 1.260
AMJP06/2022: Ontvangsten en uitgaven naar economische aard 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)

Schema T3 : Overzicht investeringsprojecten

Terug naar navigatie - Schema T3
T3: Investeringsprojecten 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)
Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver
Algemeen directeur: Gunter Desmet
Financieel directeur: Britt Van den Broeck
PRIO IP-AC000032: AC 1.5.1. Zorgbedrijf Rivierenland
AC000032: AC 1.5.1. Zorgbedrijf Rivierenland
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 10.000 0 0 0 10.000
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 10.000 0 10.000
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 10.000 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 10.000 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000038: AC 2.1.1. Veiligheid zwakke weggebruikers
AC000038: AC 2.1.1. Veiligheid zwakke weggebruikers
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 81.068 0 1.449.886 0 1.530.954
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 80.841 0 1.402.924 0 1.483.764
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 80.841 0 1.402.924 0 1.483.764
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 80.841 1.402.924 1.483.764
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 227 46.963 47.190
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 41.391 0 636.391 0 677.783
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 41.391 636.391 677.783
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 59.406 2.904 18.758 6.167 607.872 835.848 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 59.406 2.904 18.531 6.167 560.909 835.848 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 59.406 2.904 18.531 6.167 560.909 835.848 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 59.406 2.904 18.531 6.167 560.909 835.848 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 227 0 46.963 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 41.391 0 155.191 273.200 208.000
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 41.391 0 155.191 273.200 208.000
PRIO IP-AC000039: AC 2.1.2. Mobiliteits- en parkeerbeleid
AC000039: AC 2.1.2. Mobiliteits- en parkeerbeleid
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 0 0 96.675 0 96.675
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 50.000 0 50.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 50.000 0 50.000
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 50.000 50.000
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 46.675 46.675
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 0 0 0 0 71.675 25.000 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 25.000 25.000 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 25.000 25.000 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 25.000 25.000 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 46.675 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000040: AC 2.1.3. Verkeershandhaving
AC000040: AC 2.1.3. Verkeershandhaving
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 186.538 0 914.993 0 1.101.531
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 186.538 0 914.993 0 1.101.531
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 186.538 0 914.993 0 1.101.531
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 186.538 914.993 1.101.531
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 31.159 0 97.275 0 128.433
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 31.159 97.275 128.433
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 155.379 31.159 0 152.993 612.000 150.000 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 155.379 31.159 0 152.993 612.000 150.000 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 155.379 31.159 0 152.993 612.000 150.000 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 155.379 31.159 0 152.993 612.000 150.000 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 31.159 0 97.275 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 31.159 0 97.275 0 0 0
PRIO IP-AC000042: AC 2.2.2. Infrastructuur
AC000042: AC 2.2.2. Infrastructuur
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 2.479.306 0 6.064.788 3.619.979 12.164.072
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 2.479.306 0 5.449.322 3.619.979 11.548.607
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 2.479.306 0 5.449.322 3.619.979 11.548.607
a. Terreinen en gebouwen 39.916 29.695 69.611
b. Wegen en andere infrastructuur 2.438.559 5.419.627 3.619.979 11.478.165
c. Roerende goederen 831 0 831
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 30.000 30.000
D. Toegestane investeringssubsidies 0 585.465 585.465
II. ONTVANGSTEN 0 223.681 0 916.492 0 1.140.173
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 223.681 916.492 1.140.173
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 1.088.893 861.216 529.197 1.592.493 1.135.191 842.803 2.494.301
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 1.088.893 861.216 529.197 1.007.027 1.135.191 830.303 2.476.801
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 1.088.893 861.216 529.197 1.007.027 1.135.191 830.303 2.476.801
a. Terreinen en gebouwen 0 0 39.916 29.695 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 1.088.062 861.216 489.282 977.332 1.135.191 830.303 2.476.801
c. Roerende goederen 831 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 12.500 17.500
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 585.465 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 223.681 0 0 0 12.500 50.000 853.992
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 223.681 0 0 0 12.500 50.000 853.992
PRIO IP-AC000043: AC 2.3.1. Modal shift
AC000043: AC 2.3.1. Modal shift
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 0 0 25.000 0 25.000
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 25.000 0 25.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 25.000 0 25.000
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 25.000 25.000
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 0 0 0 0 25.000 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 25.000 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 25.000 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 25.000 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000051: AC 3.1.6. Evenementenhal
AC000051: AC 3.1.6. Fuif- en evenementenhal
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 403.430 0 8.058.750 0 8.462.180
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 347.606 0 8.022.445 0 8.370.051
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 347.606 0 8.022.445 0 8.370.051
a. Terreinen en gebouwen 347.606 7.902.394 8.250.000
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 120.051 120.051
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 55.824 36.305 92.129
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 26.714 226.073 150.643 16.305 120.000 7.802.394 120.051
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 198.960 148.646 0 100.000 7.802.394 120.051
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 198.960 148.646 0 100.000 7.802.394 120.051
a. Terreinen en gebouwen 0 198.960 148.646 0 100.000 7.802.394 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 120.051
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 26.714 27.113 1.997 16.305 20.000 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000052: AC 3.2.1. Flankerende maatregelen en coƶrdinerend beleid
AC000052: AC 3.2.1. Flankerende maatregelen en coƶrdinerend beleid
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 18.247 0 0 0 18.247
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 18.247 0 0 0 18.247
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 18.247 0 0 0 18.247
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 18.247 0 18.247
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 2.320 0 0 0 2.320
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 2.320 0 2.320
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 18.247 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 18.247 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 18.247 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 18.247 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 2.320 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 2.320 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000055: AC 3.3.1. Sport- en speelinfrastructuur
AC000055: AC 3.3.1. Sport- en speelinfrastructuur
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 686.565 0 4.201.782 0 4.888.347
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 406.048 0 3.433.631 0 3.839.679
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 406.048 0 3.433.631 0 3.839.679
a. Terreinen en gebouwen 354.402 2.924.798 3.279.199
b. Wegen en andere infrastructuur 0 35.000 35.000
c. Roerende goederen 51.646 473.834 525.480
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 30.517 18.151 48.668
D. Toegestane investeringssubsidies 250.000 750.000 1.000.000
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 149.000 0 149.000
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 149.000 149.000
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 253.712 405.404 27.449 70.778 2.835.344 1.257.350 38.310
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 250.340 128.258 27.449 52.628 2.335.344 1.007.350 38.310
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 250.340 128.258 27.449 52.628 2.335.344 1.007.350 38.310
a. Terreinen en gebouwen 250.340 95.876 8.186 38.660 1.942.258 934.200 9.680
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 35.000 0 0
c. Roerende goederen 0 32.382 19.264 13.968 358.086 73.150 28.630
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 3.372 27.145 0 18.151 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 250.000 0 0 500.000 250.000 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 149.000 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 149.000 0 0
PRIO IP-AC000058: AC 3.5.1. Detailhandel en horeca
AC000058: AC 3.5.1. Detailhandel en horeca
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000062: AC 3.6.1. Toerisme
AC000062: AC 3.6.1. Toerisme
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 81.000 0 0 0 81.000
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 81.000 0 81.000
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 81.000 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 81.000 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000072: AC 4.2.1. Beleidsplan ruimte
AC000072: AC 4.2.1. Beleidsplan ruimte
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 22.107 0 12.619 0 34.726
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 22.107 12.619 34.726
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 726 0 21.381 12.619 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 726 0 21.381 12.619 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000074: AC 4.2.2. RUP's
AC000074: AC 4.2.2. RUP's
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 51.719 0 107.094 0 158.814
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 51.719 107.094 158.814
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 9.082 32.031 10.606 27.094 41.500 38.500 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 9.082 32.031 10.606 27.094 41.500 38.500 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000075: AC 4.3.1. Natuur- en parkbeheer
AC000075: AC 4.3.1. Natuur- en parkbeheer
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 320.118 0 462.184 0 782.303
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 309.816 0 425.529 0 735.345
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 309.816 0 425.529 0 735.345
a. Terreinen en gebouwen 271.886 264.000 535.886
b. Wegen en andere infrastructuur 29.266 90.193 119.459
c. Roerende goederen 8.664 71.336 80.000
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 10.303 11.655 21.958
D. Toegestane investeringssubsidies 0 25.000 25.000
II. ONTVANGSTEN 0 84.067 0 77.248 0 161.315
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 84.067 77.248 161.315
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 157.488 159.204 3.427 43.243 338.941 42.500 37.500
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 154.955 151.434 3.427 43.243 317.286 32.500 32.500
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 154.955 151.434 3.427 43.243 317.286 32.500 32.500
a. Terreinen en gebouwen 142.354 126.105 3.427 33.050 185.950 22.500 22.500
b. Wegen en andere infrastructuur 3.937 25.329 0 10.193 60.000 10.000 10.000
c. Roerende goederen 8.664 0 0 0 71.336 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 2.533 7.770 0 0 11.655 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 10.000 10.000 5.000
II. ONTVANGSTEN 58.738 25.329 0 10.193 67.055 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 58.738 25.329 0 10.193 67.055 0 0
PRIO IP-AC000078: AC 4.3.4. Dorpskernvernieuwing O.L.V.-Waver
AC000078: AC 4.3.4. Dorpskernvernieuwing O.L.V.-Waver
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 1.085.753 0 6.175.263 0 7.261.016
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 1.042.374 0 5.961.642 0 7.004.016
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 1.042.374 0 5.961.642 0 7.004.016
a. Terreinen en gebouwen 24.200 516.000 540.200
b. Wegen en andere infrastructuur 1.018.174 5.445.642 6.463.816
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 43.379 213.621 257.000
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 1.771.920 0 1.771.920
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 77.920 0 77.920
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 77.920 0 77.920
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 77.920 77.920
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 1.694.000 1.694.000
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 39.376 104.881 941.497 2.511.340 450.922 1.801.000 1.412.000
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 21.629 79.249 941.497 2.454.642 341.000 1.801.000 1.365.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 21.629 79.249 941.497 2.454.642 341.000 1.801.000 1.365.000
a. Terreinen en gebouwen 12.100 12.100 0 430.000 86.000 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 9.529 67.149 941.497 2.024.642 255.000 1.801.000 1.365.000
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 17.747 25.632 0 56.699 109.922 0 47.000
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 842.920 847.000 0 82.000
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 77.920 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 77.920 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 77.920 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 765.000 847.000 0 82.000
PRIO IP-AC000079: AC 4.3.5. Dorpskernvernieuwing centrum
AC000079: AC 4.3.5. Dorpskernvernieuwing centrum
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 10.715 0 1.047.285 0 1.058.000
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 10.715 0 977.285 0 988.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 10.715 0 977.285 0 988.000
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 10.715 977.285 988.000
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 70.000 70.000
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 5.562 5.153 0 47.451 953.834 46.000 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 5.562 5.153 0 47.451 928.834 1.000 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 5.562 5.153 0 47.451 928.834 1.000 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 5.562 5.153 0 47.451 928.834 1.000 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 25.000 45.000 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000080: AC 4.3.6. Dorpskernvernieuwing Pasbrug-Nieuwendijk
AC000080: AC 4.3.6. Dorpskernvernieuwing Pasbrug-Nieuwendijk
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 137.656 0 0 0 137.656
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 137.656 0 0 0 137.656
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 137.656 0 0 0 137.656
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 137.656 0 137.656
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 137.656 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 137.656 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 137.656 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 137.656 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000082: AC 4.5.1. Klimaat- en energiebeleid
AC000082: AC 4.5.1. Klimaat- en energiebeleid
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 1.535.471 0 2.172.144 0 3.707.615
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 37.112 0 0 0 37.112
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 37.112 0 37.112
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 1.498.359 0 2.172.144 0 3.670.503
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 1.498.359 0 2.172.144 0 3.670.503
a. Terreinen en gebouwen 25.716 0 25.716
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 223.343 66.568 289.911
d. Leasing en soortgelijke rechten 1.249.300 2.105.576 3.354.876
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 161.656 0 215.954 0 377.610
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 124.544 0 198.937 0 323.480
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 124.544 198.937 323.480
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 37.112 0 0 0 37.112
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 37.112 0 0 0 37.112
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 37.112 0 37.112
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 17.018 17.018
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 1.169.196 339.449 26.826 538.962 544.394 544.394 544.394
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 37.112 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 37.112 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 1.132.084 339.449 26.826 538.962 544.394 544.394 544.394
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 1.132.084 339.449 26.826 538.962 544.394 544.394 544.394
a. Terreinen en gebouwen 0 25.716 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 85.986 110.531 26.826 12.568 18.000 18.000 18.000
d. Leasing en soortgelijke rechten 1.046.098 203.203 0 526.394 526.394 526.394 526.394
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 111.762 49.766 128 66.656 49.766 49.766 49.766
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 74.650 49.766 128 49.639 49.766 49.766 49.766
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 74.650 49.766 128 49.639 49.766 49.766 49.766
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 37.112 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 37.112 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 37.112 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 17.018 0 0 0
PRIO IP-AC000087: AC 5.1.1. Klantenonthaal
AC000087: AC 5.1.1. Klantenonthaal
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 36.849 0 6.925 0 43.774
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 36.849 0 6.925 0 43.774
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 36.849 0 6.925 0 43.774
a. Terreinen en gebouwen 36.849 6.925 43.774
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 3.086 839 32.924 6.925 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 3.086 839 32.924 6.925 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 3.086 839 32.924 6.925 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 3.086 839 32.924 6.925 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000089: AC 5.1.3. Digitale dienstverlening
AC000089: AC 5.1.3. Digitale dienstverlening
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
PRIO IP-AC000100: AC 5.6.1. Coronamaatregelen
AC000100: AC 5.6.1. Coronamaatregelen
Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
Voor MJP In MJP Voor MJP In MJP Na MJP
I. UITGAVEN 0 38.135 0 0 0 38.135
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 0 38.135 0 0 0 38.135
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 38.135 0 0 0 38.135
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 38.135 0 38.135
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0
Jaarlijkse transacties
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd Te realiseren Te realiseren Te realiseren Te realiseren
I. UITGAVEN 38.135 0 0 0 0 0 0
A. Investeringen in financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Investeringen in materiƫle vaste activa 38.135 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 38.135 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 38.135 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Investeringen in immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Toegestane investeringssubsidies 0 0 0 0 0 0 0
II. ONTVANGSTEN 0 0 0 0 0 0 0
A. Verkoop van financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0 0 0 0 0 0
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 0 0 0 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0
4. Andere financiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
B. Verkoop van materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Terreinen en gebouwen 0 0 0 0 0 0 0
b. Wegen en andere infrastructuur 0 0 0 0 0 0 0
c. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0 0 0 0 0
e. Erfgoed 0 0 0 0 0 0 0
2. Andere materiƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
b. Roerende goederen 0 0 0 0 0 0 0
C. Verkoop van immateriƫle vaste activa 0 0 0 0 0 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 0 0 0 0 0 0
AMJP06/2022: Investeringsprojecten 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)

Schema T4 : Overzicht van de financiële schulden

Terug naar navigatie - Schema T4
T4: Evolutie van de financiƫle schulden 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)
Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver
Algemeen directeur: Gunter Desmet
Financieel directeur: Britt Van den Broeck
Ā FinanciĆ«le schulden op 31 december 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Financiƫle schulden op lange termijn 11.026.934 9.723.621 8.293.659 9.939.792 22.169.305 23.100.504
1. Financiƫle schulden op 1 januari 7.332.176 11.026.934 9.723.621 8.293.659 9.939.792 22.169.305
2. Nieuwe leningen 1.046.098 203.203 526.394 3.636.394 14.491.394 3.301.394
3. Aflossingen 0 0 0 0 0 0
4. Overboekingen -1.473.792 -1.506.516 -1.956.356 -1.990.261 -2.261.881 -2.370.195
5. Andere mutaties 4.122.453
B. Financiƫle schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen 1.532.955 1.531.848 1.938.608 2.325.078 3.120.619 3.483.314
1. Financiƫle schulden op 1 januari 2.108.989 1.532.955 1.531.848 1.938.608 2.325.078 3.120.619
2. Aflossingen -2.049.826 -1.507.622 -1.549.596 -1.603.791 -1.466.341 -2.007.500
3. Overboekingen 1.473.792 1.506.516 1.956.356 1.990.261 2.261.881 2.370.195
4. Andere mutaties
C. Financiƫle schulden op korte termijn 0 0
Totaal financiƫle schulden 12.559.889 11.255.469 10.232.267 12.264.870 25.289.924 26.583.818
AMJP06/2022: Evolutie van de financiƫle schulden 2020-2025
Gemeente en OCMW Sint-Katelijne-Waver (0207.509.724 / 0212.170.276)

Financiële risico's

Terug naar navigatie - Financiƫle risico's

RISICO 1: Ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting

De ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting is voor de meeste Vlaamse gemeenten één van de voornaamste en meest stabiele inkomstenbronnen. Uit een analyse van de VVSG is evenwel gebleken dat de afhankelijkheidsgraad van deze belasting (aandeel APB in het totaal van de exploitatie) sterk schommelt van de ene gemeente ten opzichte van de andere. Gemeenten met een 0-tarief zijn helemaal APB-onafhankelijk, andere gemeenten halen tot 40 à 50% van hun totale ontvangsten uit deze belasting.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden:

  • De opbrengst is afhankelijk van de conjunctuur, de levensstandaard en de samenstelling van de inwoners. Gaat de (lokale) levensstandaard (en hieraan gekoppeld het lokale gemiddeld inkomen) erop vooruit, dan stijgen de opbrengsten uit deze belasting (en omgekeerd). Ook bij een aangroei van de bevolking neemt de opbrengst toe (in de mate dat deze nieuwe inwoners beschikken over een belastbaar beroepsinkomen). Een hoge graad van vergrijzing kan dan weer een negatieve impact hebben.
  • De inning van de aanvullende belasting is afhankelijk van het inningsritme van de FOD Financiën. Pas na inkohiering van de individuele aanslagen, het versturen van de aanslagbiljetten (met een betaaltermijn van 2 maand) én de daadwerkelijke inning van de verschuldigde belasting zal de FOD Financiën het gemeentelijk aandeel doorstorten. Sinds 2017 wordt er gewerkt met voorschotten (periode september->april). Deze voorschotten hebben echter enkel impact op de thesaurie: de gemeente is zeker een vooraf bepaald bedrag te ontvangen, los van het inkohieringsritme van het bewuste aanslagjaar. Het heeft echter géén budgettaire impact: hierdoor kunnen er nog steeds budgettaire schommelingen ontstaan wat deze belangrijke opbrengstenrubriek betreft. Bij de raming voor 2023 heeft FOD Financiën dat ze voor 2023 éénmalig een periode van 14 maanden zullen doorstorten, zij zullen dus niet wachten op de inning van de aanslagbiljetten, maar het ingekohierde bedrag doorstorten. Deze werkwijze heeft een enorme impact op de huidige aanpassing meerjarenplan, de uitrol van dit project bij FOD Financiën kan dus eventueel nog een impact hebben op dit bedrag.
  • De opbrengsten worden (negatief) beïnvloed door vrijstellingsmaatregelen door de federale overheid (taxshift). De regering gaat onder meer nog de belastingschijf van 30 procent afschaffen. Op jaarbasis brengt de aanvullende personenbelasting de Vlaamse gemeenten momenteel net geen 2 miljard euro op.

In Sint-Katelijne-Waver ligt het gemiddeld inkomen wel hoger dan het gemiddelde van het Vlaamse Gewest, maar zien we ook dat de vergrijzing een sterke stijging kent. De taxshift heeft in de loop van dit meerjarenplan een grote impact op de inkomsten uit de aanvullende personenbelasting, en kent zijn hoogtepunt in 2021. De evolutie in de ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting wordt nauw opgevolgd via staat 173X. De ramingen worden steeds aangepast op basis van de beschikbare informatie. De afhankelijkheidsgraad van deze belasting bedraagt 20,58%, zijnde het aandeel van de APB in het totaal van de exploitatie-ontvangsten (JR 2021).

Door de coronacrisis werden een heel aantal mensen (tijdelijk) werkloos, ook dit heeft zijn invloed op de personenbelasting. Voorlopig voelen we hier nog geen grote impact van. 

De hoge inflatiecijfers daarentegen zullen wel een positieve impact hebben op de cijfers van de aanvullende personenbelasting, maar deze komt wel vertraagd door bij de gemeente. Een aangepaste raming voor begrotingsjaren 2022-2025 werd bezorgd door de FOD Financiën en overgenomen in onze AMJP.

RISICO 2: Ontvangsten uit opcentiemen op de onroerende voorheffing

Ook de opcentiemen op de onroerende voorheffing hebben een belangrijk impact op de financiën van de gemeenten. De gemeenteraad keurt – cfr. de regeling voor de aanvullende personenbelasting – een bedrag van opcentiemen goed die geheven zullen worden op de gewestbelasting. De Vlaamse Belastingdienst vestigt jaarlijks de individuele aanslagen van de gewestbelasting, alsook van het aanvullend deel voor de lokale besturen (de zogenaamde opcentiemen). Na inning wordt het gemeentelijk aandeel doorgestort.

Hieraan zijn volgende risico’s verbonden:

  • De opbrengst is afhankelijk van de gemiddelde levensstandaard van de inwoners (via het gezamenlijk KI van de gebouwen en woningen).
  • De opbrengst is afhankelijk van de aanwezigheid van bedrijven en bedrijfspanden op het grondgebied (ook op deze gebouwen wordt onroerende voorheffing geheven).
  • Wordt negatief beïnvloed door vrijstellingsmaatregelen door de Vlaamse overheid (onder meer vrijstellingen op materieel en outillage, na renovatie van verwaarloosde en onbewoonbare woningen, verbouwen van handelspanden tot woning, …).
  • Wordt positief beïnvloed door het aantal woningen in de gemeente: bij nieuwe verkavelingen worden gronden met een laag KI omgezet naar bebouwde percelen met een hoger KI (die dienen als belastbare grondslag). Ook de aanleg van nieuwe industrieterreinen of zones voor ambachten heeft hetzelfde effect.
  • Wordt negatief beïnvloed door leegstand, verkrotting en verwaarlozing. Leegstaande bedrijfspanden worden vrijgesteld wegens inactiviteit, verkrotting en verwaarlozen leidt bij herschatting tot een lager KI van het pand zelf, en mogelijks een lagere aantrekkingskracht van de panden uit de omgeving. Zo kan leegstand en verkrotting onrechtstreeks en op middellange termijn een negatieve impact hebben op het KI van een ganse zone/regio.

In Sint-Katelijne-Waver hebben deze vrijstellingen een beperkte negatieve impact op de ontvangsten. Anderzijds zien we in onze gemeente een stijging van het aantal woningen door een groot aantal nieuwe verkavelingen. Dit heeft dan weer een positief effect op de gemeentelijke ontvangsten. De ontvangsten uit de onroerende voorheffing zijn voor de gemeente de tweede voornaamste inkomstenbron. De afhankelijkheidsgraad van deze belasting bedraagt 19,91%, zijnde het aandeel van de OOV in het totaal van de exploitatie-ontvangsten (JR 2021).

De inflatie zal ook hier voelbaar zijn, m.n. vanaf 2023. Voor budgetjaar 2023 werd er door Vlabel een aangepaste raming bezorgd, dewelke werd overgenomen in onze AMJP. Voor de volgende jaren hebben we deze zelf berekend aan de hand van volgende formule:  de ontvangsten van 2 jaar geleden vermenigvuldigd met de inflatie (respectievelijk 11,94% in 2023, 14,90% in 2024 en 6,14% in 2025). Naast deze berekening, houden we geen rekening met meerontvangsten door bebouwing van bepaalde projecten (o.a. Veiling Zuid en vernieuwing door afbraak van oude woningen en bouwen van nieuwe woningen).

RISICO 3: ontvangsten uit andere (eigen) belastingen

Lokale overheden hebben de bevoegdheid om een eigen fiscaal instrumentarium uit te bouwen. Dit zijn belastingen waarvoor de gemeente zelf instaat voor het opmaken van het reglement, het vaststellen van het belastingkohier, het versturen van de individuele aanslagen en de inning ervan.
De belastbare grondslagen zijn divers. Dergelijke reglementen worden overwegend goedgekeurd voor een periode van 6 jaar, waarvan er 1 jaar de legislatuur overschrijdt.

Risico’s:

  • De toezichthoudende overheid schorst/vernietigt het reglement: in dat geval dient de gemeenteraad zich opnieuw te buigen over een aangepast reglement, waarna de procedure opnieuw start. Inmiddels kunnen er geen belastingaanslagen opgemaakt worden.
  • Het reglement wordt aangevochten bij de Raad van State (na de beslissing van de toezichthoudende overheid). De gemeente kan bij een vernietiging zelf naar de Raad van State gaan om alsnog haar gelijk te halen. De bezwaarindiener kan dit ook als hij/zij in eerste instantie bot vangt bij de toezichthoudende overheid. In beide gevallen zijn we vertrokken voor een lange periode van rechtsonzekerheid (dergelijke procedures kunnen verschillende jaren aanslepen). Indien het reglement in eerste orde werd goedgekeurd door de toezichthoudende overheid, dan kan de gemeente belastingen heffen en innen conform dit reglement. De opbrengsten dienen dan echter voorzichtigheidshalve gereserveerd te worden, aangezien de belastingplichtige integraal dient terugbetaald te worden indien de Raad van State het reglement alsnog vernietigt.
  • Een individuele aanslag wordt aangevochten door een belastingplichtige. In eerste instantie kan het risico beperkt blijven tot de aanslag zelf: indien het college vaststelt dat de heffing onterecht werd gevestigd, volstaat het om de belastingplichtige te ontheffen. Desgevallend kan een nieuwe (correcte) aanslag gevestigd worden in de mate dat het belastbaar tijdperk nog niet verstreken is. Indien het college echter tot het besluit komt dat de aanslag terecht is, dan kan de belastingplichtige hoger beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. Tijdens deze procedure kan andermaal het reglement worden aangevochten. Een eventuele negatieve uitspraak tegen het reglement geldt dan echter niet erga omnes: enkel de individuele belastingplichtige zal er voordeel uit kunnen halen. Het reglement zelf is dan echter ook niet meer bruikbaar voor de toekomst (zoals bij een vernietiging door de Raad van State).
  • De Minister verbiedt het gebruik van bepaalde reglementen.

Ook Sint-Katelijne-Waver heeft een heel reeks aan eigen belastingen, die opnieuw worden gevestigd in deze legislatuur, en waarvan de ontvangsten dus meegenomen werden in het meerjarenplan 2020-2025. Op een aantal van deze belastingen (zoals o.a. leegstand en bedrijfsbelasting) worden jaarlijks bezwaren ontvangen. Een nieuw reglement (ingevoerd in 2019) is dat op de masten en pylonen. Hier werden meteen bezwaren tegen ontvangen, dewelke momenteel nog in behandeling zijn.
De afhankelijkheidsgraad van deze belastingen bedraagt 8,22%, zijnde het aandeel van alle overige gemeentelijke belastingen in het totaal van de exploitatie-ontvangsten (JR 2021).

Door de coronacrisis hebben we rekening gehouden met een aantal belastingen waar we minder ontvangsten hebben gerealiseerd dan oorspronkelijk vooropgesteld. Deze werden bij aanpassing meerjarenplan reeds bijgesteld: belasting op reclamedrukwerk, belasting op bals, belasting op kermissen, belasting standplaats openbaar domein, taxi’s,…. Ondertussen merken we dat sommige belastingopbrengsten terug iets stijgen, de kredieten werden hierop aangepast. In tegenstelling tot vroeger voorzien we bij de bedrijfsbelasting een natuurlijke groei van 2%, gebaseerd op de gemiddelde historische cijfers van 2014 tot heden. Bovendien is er een grote ontwikkeling aan Veiling Zuid. De reglementen standplaats privé-domein en standplaats openbaar domein werden eind 2021 vervangen door nieuwe reglementen: belasting op verkoopautomaten, retributie op ambulante handel en retributie op standplaats frituren openbaar domein. We gaan hier uit van een status quo qua ontvangsten t.o.v. de vorige reglementen.

Door de zeer sterke stijgingen van een aantal exploitatie-uitgaven, moeten we bij de volgende herstemming van belastingreglementen onderzoeken of het algemeen toepassen van indexering op belastingen en/of retributies aangewezen is. 

RISICO 4: pensioenbijdrage statutaire ambtenaren en responsabiliseringsbijdrage

Een responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd door de provinciale en lokale besturen waarvan de pensioenlast, voor hun gewezen vastbenoemde personeelsleden en/of hun rechthebbenden meer bedraagt dan de wettelijke basispensioenbijdragen die zij voor datzelfde jaar betalen.
Het verschil tussen beide (=deficit) wordt vermenigvuldigd met de responsabiliseringscoëfficiënt en het resultaat vormt het bedrag van de bruto responsabiliseringsbijdrage.
De responsabiliseringscoëfficiënt is een (tijdelijke) korting die deficitaire besturen genieten op hun deficit.
De responsabiliseringsbijdrage zorgt er met andere woorden dat de ene gemeente niet moet opdraaien voor de opgebouwde pensioenlast van de andere.

Risico’s:
Twee factoren hebben met andere woorden een impact op de responsabiliseringsbijdragen

  1. De pensioenlast van de gewezen vastbenoemde personeelsleden. Deze pensioenlast daalt bij het overlijden van een gepensioneerd voormalig statutair personeelslid. De pensioenlast stijgt telkens er een statutair personeelslid met pensioen gaat.
  2. De wettelijke basispensioenbijdrage die de gemeente jaarlijks (op maandbasis) overmaakt aan het wettelijk pensioenfonds (via Dibiss). Deze bijdrage wordt berekend op het basisloon van de in dienst zijnde statutaire ambtenaren. In de mate dat de gemeente statutaire ambtenaren niet vervangt, of vervangt door contractuele ambtenaren, daalt de bijdrage aan het wettelijk pensioenfonds van Dibiss. Het pensioen van contractuele ambtenaren wordt immers betaald door een ander (gesolidariseerd) pensioenfonds. De patronale bijdrage die de gemeente betaalt voor contractuele personeelsleden (28,86 %) is lager dan deze voor statutaire ambtenaren (50,19 %). De werknemersbijdrage bedraagt in beide gevallen 7,5 %.

De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd heeft een tijdelijk positief gevolg voor de evolutie van de te betalen responsabiliseringsbijdrage. Statutaire ambtenaren gaan immers een paar jaar later met pensioen. Gedurende die jaren spijst de gemeente verder de pensioenkas, terwijl aan de betrokken ambtenaren gedurende die extra jaren nog geen pensioen dient uitbetaald te worden.

Momenteel is er nog geen solidariteit tussen de responsabiliseringsbalans van de gemeente en het OCMW binnen eenzelfde gemeente. Een gemeentebestuur kan met andere woorden deficitair zijn, terwijl het OCMW een positief saldo vertoont. In dat geval wordt het overschot van de gemeente gebruikt voor de solidariteit van andere besturen, terwijl er voor het deficitair bedrag van de gemeente toch een bijdrage dient betaald te worden. Er is een nieuw wetgevend initiatief nodig om deze onlogische situatie uit de wereld te helpen. In afwachting hiervan werden begin 2022 een aantal statutaire functies van de gemeente overgedragen naar het OCMW, wat werd verwerkt in AMJP05. Ondertussen werd de oefening in kader van AMJP06 opnieuw gemaakt, twee statutaire functies zullen in 2023 opnieuw overgeheveld worden naar de gemeente.

In de komende jaren dient overwogen te worden of het de moeite loont om het aanwervingsbeleid van beide besturen in die mate aan te passen dat de responsabiliseringsbijdrage wordt geminimaliseerd. Er zal dan dienen afgewogen te worden of de lagere bijdrage voor contractuele personeelsleden (zie infra) al dan niet opweegt tegen de hogere bijdrage voor statutaire ambtenaren (die dan wel het responsabiliseringsdeficit verkleint). Hierbij dient ingeschat te worden in welke mate het omschakelen van statutaire naar contractuele aanstellingen een impact zal hebben op de aantrekkelijkheid van de lokale overheden als werkgever. Er kan concurrentie ontstaan tussen besturen die wel nog statutair aanwerven, en andere besturen die dat niet meer doen. Bovendien rijst de vraag met welke (extralegale) voordelen knelpuntberoepen in de toekomst nog ingevuld kunnen worden (ICT, ruimtelijke ordening, openbare werken,…).

De nieuwe Vlaamse regering erkent de pensioenproblematiek van de lokale besturen en is bereid om vanaf 2020 de helft van de responsabiliseringsbijdrage te dragen. Het is uiteraard onzeker of deze na 2025 ook nog zal voorzien worden. In dit meerjarenplan houden we voor onze gemeente rekening met de geraamde bedragen van de federale pensioendienst. Deze worden jaarlijks bijgestuurd op basis van de meest recente informatie. Ook de tussenkomst van Vlaanderen wordt voorzien. De impact in meerjarenplan 2020-2025 wordt groter, en er zal moeten onderzocht worden op welke manier de globale responsabiliseringsbijdrage tot een minimum kan gereduceerd worden/blijven. Alle nieuwe aanwervingen in Sint-Katelijne-Waver zijn in principe contractueel. Dit zal op termijn aanleiding geven tot een hogere responsabiliseringsbijdrage. In het kader van deze contractualisering en met het oog op een gelijke behandeling van statutairen en contractuelen werd in het kader van het sectoraal akkoord beslist om de 2de pensioenpijler voor de contractuele medewerkers van onze gemeente te verhogen van 3% naar 4,5% gedurende dit meerjarenplan.

De laatste herziening die wij ontvangen van de federale pensioendienst, wordt telkens verwerkt in de AMJP. Voorlopig zal er pas een bijdrage dienen betaald te worden vanaf 2024 voor de gemeente, voor het OCMW betaalden we reeds in 2021 een eerste bijdrage.

Ook de pensioenlast van de mandatarissen stijgt. Daarom was er bij een vorige aanpassing van het meerjarenplan voorzien om hiervoor in te stappen in een pensioenverzekering hiervoor zodat de toekomstige lasten in volgende legislaturen zou kunnen gemilderd worden. Gezien de huidige economische situatie echter werd beslist om dit voorlopig niet te doen en bijgevolg werden de kredieten geschrapt. 

RISICO 5: kosten gepaard met vergroening en vergrijzing van de bevolking

Uit recente cijfers blijkt dat de meeste Vlaamse gemeenten geconfronteerd zullen worden met zowel een vergroening als een vergrijzing van de bevolking. Dit betekent dat het aandeel van jongeren en ouderen zal toenemen, in vergelijking met het aantal inwoners die tot de middengroep behoren (actieve bevolking).

Volgens Statistiek Vlaanderen mogen we ons de komende jaren verwachten aan volgende tendensen:

  • De bevolking zal in de komende 10 jaar naar verwachting in bijna alle gemeenten blijven aangroeien. Het aantal private huishoudens zal blijven stijgen in alle gemeenten.
  • Daarbij zet de vergrijzing zich door.
  • Bij jongeren op middelbare schoolleeftijd wordt een belangrijke stijging van de aantallen verwacht, zij het zeker niet in alle gemeenten.
  • Er komen meer alleenwonenden, vooral onder ouderen. Niettemin blijven ook meer oudere koppels langer samenwonen.

Deze tendens heeft een impact op tal van vlakken:

  • Uitbreiding van de vraag naar voorzieningen voor baby-peuter opvang (overheid of privé).
  • Uitbreiding van de vraag naar buitenschoolse opvang (overheid of privé).
  • Druk op de lokale lagere en middelbare scholen qua leerlingenaantallen (eveneens nood aan infrastructurele uitbreidingen).
  • Uitbreiding van voorzieningen voor senioren (omkadering en activering, thuiszorg, projecten tegen vereenzaming en armoede, ouderenvoorzieningen, …).

De gemeente is zich bewust van dit risico en heeft reeds een uitgebreid aanbod aan voor- en naschoolse opvang. Zowel via het huis van het kind voor de kinderen en jeugd, als via het OCMW en het Zorgbedrijf wordt er naast actieve dienstverlening op deze vlakken, ook een regisseursrol gespeeld in gelijk(w)aardige privé-initiatieven.

RISICO 6: betwistingen en rechtszaken

De decreetgever vermeldt in de recente omzendbrief betreffende de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 expliciet het risico van hangende juridische geschillen.
Inwoners en bedrijven vinden steeds vaker de weg naar juridische procedures om hun gelijk te halen in een dispuut waarin de lokale overheden betrokken zijn. Denken we maar aan geschillen met betrekking tot fiscaliteit, omgevingsvergunningen, overheidsopdrachten, de aansprakelijkheid als wegbeheerder, de rol als organisator van lokale evenement, mogelijke planschade naar aanleiding van een bestemmingswijziging enzovoort.  
Het is aangewezen om deze geschillen centraal op te volgen, en de mogelijke (negatieve) financiële impact tijdig en ernstig in te schatten. Indien nodig kan het gemeentebestuur financiële reserves aanleggen als er onzekerheid is wat betreft de goede afloop van een hangend geschil van een belangrijke omvang.

Er zijn een aantal juridische dossiers waar ons lokaal bestuur in verwikkeld zit. Het bestuur heeft onder meer volgende juridische dossiers lopen:

Gemeentebestuur:

  • Op 20 november 2017 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van het arrest van de Raad van State waarbij de beslissing van de deputatie van de provincie Antwerpen om deelplan 05 ‘Lemenhoek’ van het ruimtelijk uitvoeringsplan 009 ‘zoneactiviteiten’ niet goed te keuren. Tegen deze beslissing is een verzoek tot nietigverklaring ingediend bij de Raad van State. Aangezien de auditeur van de RvS al geoordeeld heeft dat het deelplan vervallen is, volgt de Raad van State dit waarschijnlijk ook. In dat geval zal een nieuw RUP opgemaakt moeten worden. Hiervoor is via de tweede aanpassing meerjarenplan 35.000 euro voorzien. De Raad van State heeft ondertussen een uitspraak gedaan en het verslag van de auditeur gevolgd. Het deelplan is dus vernietigd waardoor er een nieuw deelplan moet worden opgemaakt. Het RUP zal opnieuw heropgestart worden. 
  • Door de Raad van State (arrest 246.253 van 3 december 2019) werd de beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2016 houdende een negatief advies inzake de aanvraag tot principieel akkoord door de NV Novus tot aansnijding van het woonuitbreidingsgebied ‘Maenhoevelden’ vernietigd. Maar de kans dat er op basis van dit arrest van de Raad van State overheidsaansprakelijkheid is, is klein. Er is immers geen ontsluiting via gronden van NOVUS zelf. De gemeente besliste om bij de Raad van State een cassatieberoep in te stellen. Ondertussen werd er gewerkt aan een draft samenwerkingsovereenkomst tussen Novus en Igemo om dit samen te ontwikkelen. Hun eerdere juridische tussenkomsten behoren dan tot de verleden tijd. Eerst moest wel het GRUP goedgekeurd geraken. Ondertussen is het GRUP principieel vastgesteld door de Vlaamse Regering op 10/11/2022 en is nu voor advies naar de Raad van State. In januari staat de definitieve vaststelling gepland.
  • Er lopen vorderingen tegen de gemeente voor de belasting op masten en pylonen van 2019 in hoger beroep (Proximus - aanslag ten bedrage van 12.500 euro, Telenet - aanslag ten bedrage van 2.500 euro). Voor de rechtbank van eerste aanleg (Orange tegen de gemeente voor de belasting op masten en pylonen van 2019 – aanslag ten bedrage van 2.500 euro) werd bij vonnis dd. 30/09/2022 beslist dat de vordering ongegrond is. De raadsman van Orange deelde mee dat zij in hoger beroep gaan, maar we ontvingen nog geen beroepsakte. Voor de belasting op masten en pylonen van 2020 werd door Proximus opnieuw een vordering ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg (aanslag ten bedrage van 18.000 euro) maar deze werd door de rechtbank van eerste aanleg ongegrond verklaard op 09/11/2022. Voor de belasting op masten en pylonen van 2021 werd door Proximus ook een vordering ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg (aanslag ten bedrage van 18.156 euro) waarvoor een eerste zitting plaatsvond op 18/11/2022.  Door Orange en Telenet werden ook bezwaren ingediend tot ontheffing van de aanslag in de gemeentebelasting op masten en pylonen van 2020 en 2021 dewelke werden afgewezen, maar hierin volgde voorlopig nog geen beroep. 
  • Voor de rechtbank van eerste aanleg liep een vordering ingesteld door Sitmedia tegen de gemeente voor de belasting op reclamedrukwerk kwartalen 1 en 2 van 2020 (aanslagen ten bedrage van 200, 400 en 3.600 euro) maar bij vonnis dd. 09/02/2022 werd beslist dat deze vordering ongegrond is. Daarna werd de hoofdelijke aansprakelijkheid ingeroepen en werden de belastingschulden ook gericht aan Gamma, Brico en Leenbakker, maar er werden door de raadsman van Gamma, Brico (NV Plan-It Belgium) en Leenbakker bezwaren aangetekend tegen deze aanslagen (aanslagen ten bedrage van 2.400 euro-Gamma, 1.000 euro-Brico en 800 euro-Leenbakker), dewelke nog dienen behandeld te worden door het college van burgemeester en schepenen. Voor de belasting op reclamedrukwerk kwartalen 1-3-4 van 2020 door Sitmedia (aanslagen ten bedrage van 1.200, 7.200 en 3.000 euro) loopt een vordering tegen de gemeente die zal gepleit worden eind december 2022.  Voor de belasting op reclamedrukwerk kwartaal 2 van 2021 (aanslag ten bedrage van 3.400 euro) loopt een vordering tegen de gemeente door Sitmedia waarvoor een eerste zitting plaats vond op 07/10/2022. Voor de belasting op reclamedrukwerk kwartalen 1-3-4  van 2021 (aanslagen ten bedrage van 3.400, 3.400 en 2.200 euro) lopen vorderingen tegen de gemeente door Sitmedia voor de belasting waarvoor een eerste zitting plaats vond op 28/10/2022.
  • De bewoners van een perceel aan de Maanhoeveweg willen niet langer overgaan tot grondafstand ondanks opname ervan in hun omgevingsvergunning. Het college heeft beslist om te vervolgen. Er is gedagvaard. Er zal op korte termijn een conclusiekalender worden opgesteld.
  • De NMBS heeft een ingebrekestelling ingesteld voor het betalen van de domeinconcessie van de oude spoorwegberm. Ze wensen ook de achterstallige gelden (vanaf 2013) te recupereren. Dit is een vordering van €62.000.  Er wordt bekeken met onze advocaten welke stappen moeten gezet worden.

Autonoom Gemeentebedrijf (overgegaan naar gemeente):

  • Een vordering is ingesteld door de gemeente tegen het studiebureau, de installateur en de onderhoudsfirma met betrekking tot de HVAC-installaties van de zwembaden. Omwille van proceseconomische redenen heeft het college begin dit jaar en op advies van onze raadsman beslist om hem opdracht te geven een voorstel tot minnelijke schikking uit te werken. Wegens geen verdere vordering in dit dossier, is onze raadsman overgegaan tot dagvaarding ten gronde (anders trad de verjaringstermijn in). Er wordt eind dit jaar, begin volgend jaar een voorstel tot minnelijke regeling verwacht van de gerechtsdeskundige. Afhankelijk daarvan kan het dossier hopelijk afgesloten worden.

OCMW:

  • Een onderhoudsplichtige tekent beroep aan bij de arbeidsrechtbank tegen een beslissing tot terugvordering van de maatschappelijke dienstverlening onder de vorm van tussenkomst in de verblijfskosten in het woonzorgcentrum. Het vast bureau besliste op 5/9/2022 om een advocaat aan te stellen om het OCMW te vertegenwoordigen voor de arbeidsrechtbank.
  • Een gerechtigde op leefloon tekent beroep aan tegen de beslissing van het OCMW om het bedrag van de kinderbijslag die zijn moeder ontvangt in rekening te brengen als een bestaansmiddel. Het vast bureau stelde op 10/1/2022 een raadsman aan om het OCMW te vertegenwoordigen voor de arbeidsrechtbank

Zorgbedrijf:

  • Het woonzorgcentrum in opbouw in de Wilsonstraat heeft waterschade opgelopen. Om de aansprakelijkheid uit te klaren van de betrokken partijen op de werf is een gerechtelijk expert aangesteld. Er zijn aannemers die niet verzekerd zijn tegen de waterschade (Geuvers en Planofurn) en bovendien zijn de prestaties van de ontwerpers ook niet volledig gedekt. Er is ook immateriële schade (leegstand oud WZC wegens 3-persoonskamers; lagere dagprijs; instandhoudingswerken aan het oude WZC). Het dossier is juridisch nog steeds niet volledig afgerond. 

RISICO 7: fraude in betalingsverkeer

Ook rond het dagelijks betaalverkeer van lokale besturen vallen een aantal risico’s te noteren.
Heel wat gemeenten hebben reeds een interne procedure uitgewerkt over de wijze waarop omgegaan dient te worden met de vaststelling dat bedrijfsgegevens van externe contractanten worden gewijzigd.
Er zijn immers concrete fraudegevallen gekend waarbij facturen van leveranciers onderschept worden door oplichters, die vervolgens een quasi perfectie kopie overmaken aan het lokaal bestuur met dien verstande dat het rekeningnummer werd aangepast. Op die manier tracht men grote sommen te onderscheppen.
Ook CFO/CEO-fraude is een gekend fenomeen in de sector. De oplichter geeft zich in dit geval uit als een gezaghebbende persoon, of tracht op een slinkse wijze te achterhalen wie welke tekenbevoegdheid heeft. Op basis van mooie praatjes wordt vervolgens geprobeerd om medewerkers aan te zetten tot het uitvoeren van financiële transacties richting de bankrekening van de oplichter.
Ook ‘hacking’ (het ongeoorloofd binnentreden in computersystemen of het versleutelen van bestanden om deze dan tegen betaling opnieuw vrij te geven) en phishing (valse e-mail berichten versturen met de bedoeling om de ontvanger aan te zetten tot het verrichten van een financiële transactie of het vrijgeven van codes) zijn een gekend fenomeen.
Naast risico’s rond fraude zijn er ook de gekende risico’s met betrekking tot de inhoudingsplicht in het kader van overheidsopdrachten.

Het lokaal bestuur is zich bewust van deze risico’s en heeft de nodige controles ingebouwd om dit risico sterk te reduceren. Desalniettemin blijft er een risico aangezien menselijke fouten altijd kunnen gebeuren en er steeds nieuwe methodes opduiken. Sint-Katelijne-Waver sluit aan bij C-Smart om de informatieveiligheid te verhogen.

RISICO 8: toepassen van retributiereglementen

Een retributie is een billijke vergoeding voor een prestatie of een dienst geleverd door de gemeente in het individueel belang of voordeel van degene die gebruik maakt van die dienst of prestatie.
Retributiereglementen worden vastgesteld door de gemeenteraad. De bevoegdheid om tarieven aan te passen is delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen. Op die manier kan nu sneller geschakeld worden als een plotse tariefaanpassing zich opdringt. Denken we maar aan de verhoging van aankoopprijzen voor elektronische identiteitskaarten, of het ad hoc vastleggen voor een evenement in een lokaal dienstencentrum.
Het is belangrijk in kaart te brengen welke tarieven er gangbaar zijn binnen een lokaal bestuur, en wie voor welke aanpassing bevoegd is. Zo kan de garantie verhoogd worden dat de juiste prijs gevraagd/gefactureerd wordt voor het juiste product of dienst.
Bij het vaststellen van het reglement dient omzichtig omgesprongen te worden met vrijstellingen en diversificaties in de tarieven. Om geen inbreuk te riskeren tegen het gelijkheidsbeginsel dienen deze verschillen redelijk verantwoord zijn.
Het vastleggen van tarieven of producten die ook op de privé markt verkrijgbaar zijn dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren. Een lokaal bestuur dient zich te behoeden voor elke vorm van marktverstoring: tarieven mogen niet te laag zijn, of men riskeert de private markt oneerlijke concurrentie aan te doen. Producten en diensten die niet of nauwelijks beschikbaar op de privé markt ,mogen anderzijds ook niet te duur aangeboden worden, want dit zou neigen naar het misbruiken van de monopolypositie van het lokaal bestuur.
Bovendien is het belangrijk om controlepunten in te bouwen om vast te kunnen stellen dat de retributietarieven die werden goedgekeurd door de gemeenteraad, ook daadwerkelijk worden aangerekend en geïnd. Het kan niet de bedoeling zijn dat er ad hoc vrijstellingen of verminderingen die niet voorzien zijn in het retributiereglement, worden toegekend door medewerkers of mandatarissen.

De nieuwe retributiereglementen werden goedgekeurd door de gemeenteraad van 16 december 2019. De mogelijkheid om het aanpassen van de tarieven te delegeren aan het college werd nog niet toegepast. Wel werd er grondig nagedacht en vergeleken met andere besturen bij de tariefvaststelling. Ondertussen werden in de loop van het meerjarenplan al enkele reglementen herstemd in functie van o.a. aanpassingen in de werking, vrijstellingen door coronamaatregelen of opmerkingen door toezicht.

Ook bij de te ontvangen retributiebedragen was de impact van de coronacrisis voelbaar, de retributies van scholen, buitenschoolse kinderopvang, vakantiewerking, … Het is nog onduidelijk welk effect de energiecrisis mogelijks zal hebben. Aangezien de tarieven niet standaard geïndexeerd worden, kan het zijn dat we te lage tarieven aanrekenen ten opzichte van de kosten en daardoor inkomsten missen. 

RISICO 9: toegestane (bank)waarborgen

Het gemeentebestuur staat in bepaalde gevallen borg bij financiële instellingen voor leningen van andere besturen. Het betreft meestal besturen die niet bij machte zijn om eigen belastingen te heffen (OCMW) of intercommunales die voor de aanrekening van inkomsten afhankelijk zijn van een beheersoverdracht door de gemeente.

Het openstaand bedrag van deze waarborgen wordt jaarlijks meegedeeld aan de gemeente. Het bedrag van de borgstelling wordt opgenomen in de gemeentelijke boekhouding onder klasse 0 en jaarlijks geactualiseerd.

Ons bestuur staat momenteel borg voor de leningen van het Zorgbedrijf, Igemo, IVAREM, Zefier, vzw Midzeelhoeve en de kerkfabriek van O.L.V.-Waver.

RISICO 10: financiële linken met partnerbesturen (verbonden entiteiten)

Bij de opmaak van de meerjarenplanning worden best niet louter de eigen ontvangsten en uitgaven alleen tegen het licht gehouden, maar tevens deze van de zogenaamde “verbonden entiteiten”. Binnen de beperkingen van de beschikbare financiële middelen moeten ook deze partnerbesturen in samenspraak met hun moederentiteit weloverwogen keuzes maken.

Hierbij mag ook de regelgeving niet over het hoofd gezien worden. De verbonden entiteiten volgen elk hun eigen weg: zo worden de politie- en de hulpverleningszones nog steeds federaal geregeld, terwijl kerkfabrieken, intercommunales en autonome gemeentebedrijven Vlaams worden aangestuurd. Deze complexiteit maakt een goede opvolging er niet eenvoudiger op.

“Goede afspraken maken goede vrienden”: het is een motto dat zeker zijn waarde kan bewijzen in de relaties met de verbonden entiteiten. Afspraken rond het personeelskader, de aanvaardbare werkingskosten, acceptabele groeivoeten, de wijze van financiering en het omgaan met eventuele reserves … het is maar een greep uit de diverse elementen die moeten afgetoetst worden met de partners om onaangename verrassingen te vermijden. Een gebrek aan dergelijke afspraken houdt dus zonder twijfel ernstige risico’s in.

Op dat vlak is het pluspunt dat de wetgever een jaarlijkse, verplichte informatievergadering, voorafgaand aan de goedkeuring van de begroting, heeft opgelegd aan de hulpverleningszones met hun participerende besturen. Een initiatief dat zeker navolging verdient in de werking van de politiezones om ook daar de informatiedoorstroming te bevorderen.

Er is een groeiende tendens binnen heel veel steden en gemeenten om in de partnerbesturen enkel nog bij te dragen in de “reële” tekorten van hun satellieten. De regelgeving laat daar niet altijd voldoende vrijheid: zo houdt het federale toezicht halsstarrig vast aan het standpunt dat de door de gemeenteraad goedgekeurde toelagen ook daadwerkelijk moeten worden uitbetaald, los van reële noden. Maar discussies over het al dan niet toelaten van de opbouw van reserves in de verbonden entiteiten en de mogelijke bestemming van eventuele overschotten – terugvloeien naar de moederbesturen of niet – bewijzen wel dat er nood is aan een duidelijk financieel kader waarbinnen de zusterentiteiten opereren.

Het kan ook nuttig zijn om verbonden entiteiten zelf geen leningen te laten afsluiten en de investeringen steeds te financieren via buitengewone middelen (en dus ook niet met overschotten uit de gewone werking). In kader van schuldconsolidatie op de balans van het moederbestuur – belangrijk in functie van actief schuldbeheer – is dit een optie die zeker moet worden overwogen. De partnerbesturen blijven op die manier de nodige investeringsruimte behouden en blijven zelf schuldenvrij (want eigen financiering zal altijd duurder uitvallen, en vaak ook nog een borgstelling eisen van het moederbestuur). Tevens biedt het de steden en gemeenten de mogelijkheid autonoom hun eigen financieringswijze ter uitbetaling van de buitengewone toelagen te kiezen.

Politiezones
In de sector is er reeds enig tijd onrust over de toekomstvisie van de hogere overheden over de ideale (en minimale) schaalgrootte van lokale politiezones, om te kunnen voldoen aan alle basisfunctionaliteiten. Of het zal komen tot een vrijwillige dan wel verplichte fusieoperatie is op heden nog steeds niet duidelijk. De overwegingen die daarbij zullen gemaakt moeten worden, zijn drieërlei: operationeel, bestuurlijk en financieel, wat in elk geval bij zowel verplichte als vrijwillige fusies een duidelijk businessplan zal vergen.

Zoals gekend weegt de pensioenproblematiek zwaar binnen een politiezone, door de hoge graad van statutarisering en het gegeven dat de personeelskosten het gros van de uitgaven omvat (vaak meer dan 85% van de totale kosten).
In samenspraak met hun zone zullen de besturen de nodige middelen moeten vrijmaken om een kwaliteitsvolle basispolitiezorg te garanderen.

Hulpverleningszones (HVZ)
Op 1 januari 2015 zijn de hulpverleningszones in het leven geroepen. De brandweer en de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH) functioneren sindsdien als een aparte, autonome entiteit, zowel operationeel, juridisch als financieel.

De doelstelling van de federale overheid is hierbij steeds geweest dat deze brandweerhervorming geen meerkost voor de gemeenten en steden mocht inhouden. Maar deze stelling komt steeds meer onder druk te staan. De financiering van de werking van de zone gebeurt voornamelijk door toelagen van de federale overheid enerzijds en via gemeentelijke dotaties anderzijds.

De onzekerheid omtrent het aanhouden van het vooropgestelde groeipad van de federale basis- en aanvullende dotatie van de federale overheid, de reële kostprijs van het nieuwe statuut bij volle werking, evenals de steeds hogere eisen inzake opleidingen en de grote investeringsbehoeftes binnen de zone zijn een aantal elementen uit de hervorming die mogelijks toch kunnen resulteren in bijkomende (zware) financiële lasten.

Recentelijk hebben studies ook uitgewezen dat er enorme verschillen zijn in de uitruk- en aanrijtijden binnen de HVZ’s. De grootste verschillen situeren zich tussen de stedelijke en plattelandszones, en tussen zones met beroepskorpsen en zones voornamelijk gestoeld op vrijwilligers. De vraag naar steeds meer beroepspersoneel en de nood aan goed bemande permanentieposten die een snelle en adequate hulp kunnen garanderen, klinkt bijgevolg binnen vele zones steeds luider. Maar het financieel kostenplaatje daarvan is enorm en zet het financieringsmodel van de zones nog meer onder druk. Ook zorgt dit steeds vaker voor een groter spanningsveld tussen het beroepspersoneel en de vrijwilligers, een sluimerend probleem dat vaker aan de oppervlakte zal komen naarmate de drang naar meer professionalisering stijgt.

Ook zijn er nog steeds zones waar de overdracht van de roerende en onroerende goederen vanuit de gemeenten niet is geregeld, hetgeen mogelijks een financiële onzekerheid met zich meebrengt.

Samengevat: het gegeven dat het beleidsniveau dat beslist over het statuut en de hervormingen van lokale politie en hulpverleningszone (federale overheid) niet hetzelfde is als het beleidsniveau dat de rekening van deze beslissingen dreigt te zullen moeten betalen (lokale besturen), vormt voor deze laatste een groot financieel risico.

Kerkfabrieken
Met de kerkfabrieken dienen de gemeentebesturen een afsprakennota af te afsluiten. Hierin wordt de algemene samenwerking, maar ook de financiële afspraken en contouren vastgelegd waarbinnen de kerkfabrieken zich de komende legislatuur kunnen bewegen. Hierbij dient extra aandacht besteed te worden aan de subsidiedossiers voor (dringende) investeringswerken aan het onroerend goed, die jarenlang kunnen aanslepen. Eens het subsidiedossier dan toch goedgekeurd raakt, blijkt vaak dat de initiële ramingen niet meer up to date zijn, of dat er inmiddels bijwerken of meerwerken zijn (of andere beschikbare technieken). En de extra factuur? Die wordt altijd door stad/gemeente gedragen …

De dotaties aan de verbonden entiteiten werden op basis van de beschikbare informatie ingeschreven. De zeggenschap inzake een eventuele verhoging van de werkings- en/of investeringssubsidies aan de politiezone, hulpverleningszone en kerkfabrieken is eerder beperkt. De evolutie van hun tekorten zal jaarlijks dienen opgevolgd te worden. Hierbij moet erop aangedrongen worden dat de entiteiten ook zelf waar nodig ingrijpen en bijsturen en de nodige maatregelen treffen om hun financiële risico’s in te perken. 

Ook zij (en ook zorgbedrijf) zullen te maken krijgen met hogere loonkosten en stijgende energieprijzen. Aangepaste meerjarenplannen werden nog niet ontvangen en daarom wordt er in AMJP 05 nog geen rekening gehouden met aangepaste werkingssubsidies. De impact hiervan zal pas duidelijk zijn en moeten opgenomen worden bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan.

Andere
Ook het zorgbedrijf en IVAREM zijn verbonden entiteiten die werkings- en/of investeringssubsidies ontvangen van de gemeente en het OCMW. 

Algemeen
De dotaties aan de verbonden entiteiten werden op basis van de beschikbare informatie ingeschreven. De zeggenschap inzake een eventuele verhoging van de werkings- en/of investeringssubsidies aan de politiezone, hulpverleningszone en kerkfabrieken is eerder beperkt. De evolutie van hun tekorten zal jaarlijks dienen opgevolgd te worden. Hierbij moet erop aangedrongen worden dat de entiteiten ook zelf waar nodig ingrijpen en bijsturen en de nodige maatregelen treffen om hun financiële risico’s in te perken. Ook zij krijgen te maken met hogere loonkosten en stijgende energieprijzen. De aanpassingen van de meerjarenplannen van alle verbonden entiteiten werden mee opgenomen in AMJP06, zoals voorgesteld door de betrokken entiteiten. 

Specifiek voor IVAREM willen we nog een recent risico benadrukken. Indien de wetgeving rond en daardoor de inkomsten uit hun zonnepanelenpark wijzigt/wijzigen, kan dat een negatieve impact hebben op hun werkingsmiddelen en daardoor ook op de tussenkomst van de gemeente.

RISICO 11: (financiële) afhandeling lopende projecten bij intercommunales voor streekontwikkeling

Gemeenten maken voor hun streekontwikkeling steeds vaker gebruik van dienstverlenende samenwerkingsverbanden. Intercommunales dus, die vooral actief zijn op het vlak van ruimtelijke ordening en socio-economische expansie en instaan voor het:

  • verkopen van beschikbare bedrijfsgebouwen
  • realiseren van nieuwe tewerkstellingsterreinen
  • ontwikkelen van nieuwe woongelegenheden

Deze intercommunales ondersteunen tevens hun leden bij het realiseren van andere projecten die nood hebben aan financiële middelen en technische know-how. Dankzij hun expertise kunnen besturen ontlast worden tijdens de ontwerp- en realisatiefase van complexe bouwwerken zoals de openbare gebouwen, woon- en verzorgingscentra of jeugd- en sportcentra.

Deze taken en services genereren inkomsten als een project tot realisatie wordt gebracht. Anderzijds ontstaan er ook uitgaven gedurende de hele ontwikkelingsfase. Zo zijn er onder meer de kosten voor de aankoop van de gronden en gebouwen (bij renovatie en gebiedsontwikkeling) of voor de constructie van gebouwen (bij projectontwikkeling). Tevens brengt de administratie overhead- en studiekosten met zich mee.

De intercommunales rekenen daarom hun projecten pas integraal af bij oplevering of realisatie. Er wordt intern vaak gewerkt met een “rekening-courant”, een soort interne boekhoudrekening per gemeente waarop alle gemaakte kosten en geïnde inkomsten voor die gemeente worden geboekt. Het gevolg is dat deze financiële stromen en realisaties buiten balans worden geregistreerd. In diverse gemeenten is hiervan in de jaarrekening geen spoor terug te vinden.

Deze middelen maken deel uit van de reserves van de intercommunale, en zijn in principe niet uitkeerbaar. Dat betekent dat deze ook niet kunnen worden opgevraagd door de besturen en dus ook niet als opeisbare vordering mogen uitgedrukt worden in de boekhouding van de gemeenten. Het saldo kan wel worden aangewend ter financiering van projecten die de intercommunale in opdracht van de gemeenten realiseert. Projecten kunnen anderzijds ook een meerwaarde realiseren, waardoor het tegoed op de rekening-courant zal toenemen.

Voor onze gemeente bestaat er specifiek een risico met de ontwikkeling van Maanhoevevelden. De gemeente staat borg voor dit project voor een aanzienlijk bedrag (6.131.951,15 euro), terwijl het niet zeker is of dit ook effectief zal kunnen ontwikkeld worden als woongebied. De evolutie van dit dossier wordt nauwgezet opgevolgd.

RISICO 12: projectplanning in functie van beschikbare budgetten en liquide middelen

Een oud zeer in heel veel gemeentebesturen is de lage graad van de realisatie van het vooropgestelde investeringsprogramma. Uitvoeringsgraden lager dan 60% zijn geen uitzondering. Dit zorgt voor heel veel problemen, niet alleen inzake optimale projectplanning, maar eveneens kan dit leiden tot onrealistische budgettering en vooral inefficiënte financiering.

Indien er immers nog “old school” wordt ontleend – alle ingeschreven leningen moeten ook effectief opgenomen worden – kan dit leiden tot structurele “over”-financiering met onnodige kosten, wat in tijden van budgettaire krapte niet aangewezen is.

De BBC wil hiervan uitdrukkelijk afstappen, en beoogt de financiering te sturen vanuit liquiditeitsnoden en niet langer vanuit de budgetten. Maar ook dit vereist binnen de besturen een degelijk projectmanagement, wat niet alleen een duidelijke en tijdsgebonden planning inhoudt, maar al evenzeer een realistisch en haalbaar investeringsprogramma. Nog te vaak worden vanuit politiek oogpunt projecten en investeringen in een bepaald boekjaar ingeschreven, terwijl vooraf goed geweten is dat deze niet haalbaar zijn. Hoeveel een stad/gemeente op jaarbasis kan investeren, is immers zowel financieel als operationeel gelimiteerd.

Dergelijke wijze van budgettering belast de administratie onnodig. Enerzijds de uitvoerende diensten, die de druk en stress ervaren om het onhaalbare toch mogelijk te maken. Anderzijds de financiële dienst, die haar thesaurieplanning en het aangaan van nieuwe leningen niet kan stoelen op betrouwbare cijfers en assumpties. Vaak zal dit ertoe leiden dat vele financiële directeurs de investeringen zo lang mogelijk pre-financieren met kortlopende financieringsinstrumenten zoals vaste termijnkredieten of thesauriebewijzen – wat gelet op de huidige korte termijnrentes het bestuur geen windeieren hoeft te leggen -, om dan pas naar het jaareinde toe een structurele financiering onder de vorm van een langlopende lening aan te gaan in functie van de reële realisatiegraad.

Bij de opmaak van het meerjarenplan werd er zoveel mogelijk rekening mee gehouden om projecten goed te spreiden in de tijd. Daarnaast zet ons bestuur sterk in op projectwerking, met regelmatige rapportering, waardoor ook de thesaurieplanning beter kan opgemaakt worden. Met de aanpassing van de wetgeving van BBC naar BBC2020 bestaat ook de mogelijkheid om niet-gebruikte kredieten die niet meer nodig zijn, niet over te dragen. In de vroegere BBC werden alle investeringskredieten automatisch overgedragen.

Ook werd in 2020 voor de opvolging van (investerings)projecten een applicatie aangekocht, Pepperflow, die op een eenvoudige en transparante manier weergeeft wat de status is van dit project en wat de budgettaire impact ervan is.

RISICO 13: betaling toegestane leningen aan en het afsluiten van langlopende erfpachtovereenkomsten met verenigingen

Heel wat besturen verstrekken voor grote infrastructuurwerken leningen (al dan niet renteloos) die plaatselijke verenigingen willen uitvoeren aan hun eigen infrastructuur of voor nieuwbouw. Dit situeert zich heel vaak in de vrije tijdssector, meebepaald bij plaatselijke jeugdwerk- en sportinitiatieven.

Het is duidelijk dat hieraan grote risico’s zijn verbonden: de solvabiliteit van deze verenigingen is immers niet altijd van geruststellende aard en de transparantie omtrent de boekhouding laat vaak te wensen te over.

Voor nieuwe leningen die onze gemeente zal toestaan, zal het nodig zijn om goede afspraken te maken en het risico op wanbetaling te minimaliseren. De looptijd is meestal wel beperkt, maar we merken in verenigingen vaak wissels van bestuursploegen.

Momenteel heeft ons bestuur volgende toegestane leningen lopen:

Toegestane lening aan: Ten bedrage van: Terugbetaalbaar op: Openstaand saldo op 01/01/2022: Afspraken terugbetaling:
Roosendael 100.000 € 10 jaar 100.000,00 € gestart in 2022 tot en met 2031
Scouts Parsival 62.500 € Max. 20 jaar 52.000,00 € gestart in 2019 tot en met 2037
Scouts Roeland en gidsen Sint-Lucia 62.500 € Max. 20 jaar 47.500,00 € gestart in 2019 tot en met 2034
KSK Wavria 125.000 € 10 jaar 0,00 € gestart in 2012 tot en met 2021
Red Boys Elzestraat 20.000 € 10 jaar 16.035,08 € gestart in 2020 tot en met 2029
Zorgbedrijf Rivierenland (via OCMW) 2.603.034,54 € 20 jaar 2.298.765,86 € gestart in 2019 tot en met 2038

Door de coronacrisis werden een aantal verenigingen zwaar getroffen in hun financiële plan. Het bestuur heeft daarom de verenigingen de mogelijkheid geboden om de terugbetaling van de lening met 1 jaar op te schuiven. KSK Wavria heeft gebruik gemaakt van de herziening van het reglement om een jaarlijkse aanpassing te vragen op hun afbetaling, hierdoor is de te betalen rente aanzienlijk lager voor de vereniging. De jeugdverenigingen Scouts Parsival en Scouts Roeland en gidsen Sint-Lucia hebben een nieuw voorstel gedaan voor afbetaling van hun restsaldo, door de gedeeltelijke kwijtschelding van de lening door het bestuur vorig jaar. Scouts Roeland en gidsen Sint-Lucia maken van de gelegenheid gebruik om dit jaar geen terugbetaling te voorzien, de termijn blijft wel gerespecteerd. Voor scouts Parsival werd de termijn met 1 jaar verlengd.

Roosendael werd zwaar getroffen door de coronacrisis en heeft ook een lening aangevraagd bij de gemeente. Deze werd verleend in 2021 en zal in de periode 2022 tot en met 2031 terugbetaald worden.


RISICO 14: schuldenlast beheren en onder controle houden

De schuldenlast blijft een heikel punt in veel besturen. Bij elke verkiezing zijn de openstaande lange termijnschulden een gevoelig thema, heden bijkomend gevoed door de vele speculaties over mogelijke fusies - want niemand wil een bruid die tot over haar oren in de schulden zit.

De voorbije legislatuur zijn de schulden van de gemeenten gedaald. De vraag is of dit te wijten is aan een dalende investeringsbehoefte van de besturen of eerder aan een gebrek aan middelen en risico-appetijt inzake schulden.

Vaak zijn nieuwe leningen nodig om de broodnodige investeringen te kunnen uitvoeren. Maar een bestuur kan uiteraard niet blijven investeringen uitstellen in functie van de schuldenlast. Dat besturen ernstig nadenken over hun schuldenlast, bewijst het feit dat de laatste jaren het investeringsritme bij de lokale besturen en de daarmee samenhangende kredietaanvraag bij banken fors zijn gedaald. De banksector hoopt alvast dat de investeringen in de nieuwe legislatuur terug zullen aantrekken.

Het is meteen ook duidelijk dat een lage schuldenlast niet noodzakelijk gelijk staat aan goed bestuur. Is een beleid met weinig schulden, maar met een verouderd patrimonium en zonder in te spelen op de snel evoluerende digitale wereld een goed beleid? De vraag stellen is ze beantwoorden. Elk bestuur zal de afweging moeten maken welke investeringen in zijn stad of gemeente nodig zijn en zal daartoe de nodige beslissingen moeten nemen om voldoende investeringscapaciteit te creëren. De schuldenlast zal vermoedelijk hierdoor in vele besturen opnieuw stijgen, ook al omdat velen de laatste jaren heel vaak reserves hebben aangesproken voor hun investeringen.
Een stijgende schuldenlast is in veel besturen een doorn in het oog. Schulden wordt dan heel veel vergeleken met andere besturen. Bij vergelijkingen wordt vaak gebruik gemaakt van normen en streefwaarden waaraan besturen moeten voldoen. Zo wordt in deze vaak geopperd dat een schuld van 1.000 euro per inwoner een soort “magische” grens is die een lokaal bestuur best niet overschrijdt.

Besturen worden door de BBC geholpen om hun schulden onder controle te houden. Het tweede evenwichtscriterium – de autofinancieringsmarge (AFM) – heeft precies de bedoeling om de structurele gezondheid van de gemeente na te gaan. Vanaf 2020 komt daar de gecorrigeerde AFM bovenop, waarbij een bestuur moet kunnen aantonen dat het voldoende aflost in verhouding tot zijn openstaande schuld.

De schuldenlast onder controle houden, vergt sowieso veel inspanningen. Actief schuldbeheer kan leiden tot optimalisaties van de schuldenportefeuille en tot meer evenwicht in korte en lange termijnschulden die binnen een bepaald aanvaardbaar risicokader kunnen resulteren in meer budgettaire ruimte. Diversificatie van de leningenportefeuille is dus aangewezen.

Volgende risico’s inzake het schuldbeheer dienen afgedekt te worden:

  • het renterisico: het risico op hogere rentelasten omwille van de wijzigende rente-omgeving;
  • het aflossingsrisico: het risico dat verband houdt met de terugbetaling van leningen en certificaten of hogere aflossingen omwille van de wijzigende omgeving;
  • liquiditeits- en herfinancieringsrisico: het risico om onvoldoende financiering te vinden in de markt;
  • kredietrisico: het risico dat de tegenpartij van een krediet in faling gaat.

In 2019 werd beslist om in te stappen in “Licht als dienst”, waarbij het openbaar verlichtingsnet werd overgedragen aan Fluvius. In 2020 werd pas duidelijk dat dit ook een impact heeft op onze schuldenlast, aangezien de boekingsfiche opgesteld vanuit Agentschap Binnenlands Bestuur uitgaat van een leasing. Voor onze gemeente blijft de impact beperkt en komen wij hierdoor niet in de problemen, ook al heeft dit een negatieve impact op de autofinancieringsmarge.

Tot nu toe werden er dit meerjarenplan nog geen nieuwe bankleningen afgesloten. In AMJP06 worden de leningen voor de rest van het meerjarenplan 2022-2025 verminderd met 510.000 euro en herschikt in de tijd volgens de geplande investeringen. Het aangepast meerjarenplan zal uitgaan van investeringsuitgaven van 46,4 miljoen euro (excl. “Licht als dienst”), waarvoor voor nieuwe leningen zullen aangegaan moeten worden voor een totaalbedrag van 19,85 miljoen euro. Bij de berekening van de aflossingen werd er uitgegaan van een rentevoet van 3,75%, volgens de huidige marktsituatie. Elke aanvraag tot lening zal in de markt geplaatst worden om de meest gunstige rente te bekomen. Daarnaast werken we ook met verschillende financiële instellingen om het bankenrisico in te dekken. Er is ook steeds regelmatig contact met de financiële instellingen in het kader van actief schuldbeheer.

RISICO 15: aanwending subsidies voor de inzamelen van afvalwater

Tegen 2027 moet Vlaanderen voldoen aan de Europese kaderrichtlijn Water. Dit impliceert dat het Vlaamse oppervlakte- en grondwater tegen dan van goede kwaliteit moet zijn. Dat gaat niet zonder voldoende zuivering. Het beleid van de nieuwe gemeentebesturen is cruciaal om deze doelstelling tijdig te bereiken.

Drinkwatermaatschappijen leveren niet alleen drinkwater, ze moeten ook voorzien in collectieve maatregelen om het afvalwater te transporteren, te verzamelen en te zuiveren. Met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde drinkwater, zijn de drinkwatermaatschappijen immers saneringsplichtig. Hiermee werd een eerste aanzet gegeven tot het aanrekenen van een redelijke bijdrage in de kosten van de waterdiensten (incl. de hulpbron- en milieukosten) aan de gebruikers van deze diensten, een vereiste van de Europese kaderrichtlijn Water. Daarom betalen de verschillende gebruikers een bijdrage in de kosten van deze waterdienst via de integrale drinkwaterfactuur en/of de heffing op de waterverontreiniging.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft de opdracht gekregen om te onderzoeken op welke wijze de gemeentelijke rioolbeheerders omgaan met de opbrengsten uit de gemeentelijke saneringsbijdrage respectievelijk -vergoeding. De gemeente rapporteert hiervoor jaarlijks aan de VMM.

De gemeente kan de saneringsheffing aanwenden voor

  • Investeringsuitgaven: nieuwbouw- en renovatie-investeringen incluis het herstel van de bovenbouw in de oorspronkelijke toestand of aanleg van nieuwe bovenbouw (incluis studiekosten, materialen, personeelskosten, intrest- en rentelasten).
  • Onderhoudsuitgaven: alle kosten voor onderhoud aan de saneringsinfrastructuur (incluis personeelskosten, kosten door derden, leningen en rentelasten).

De gemeente moet erop toezien dat de saneringsbijdrage die ontvangen wordt van de inwoners via de drinkwaterfactuur, aangewend wordt voor de organisatie van opvang van afvalwater. Jaarlijks wordt gemonitord (op basis van de rapportering van kosten, opbrengsten en overgedragen resultaten aan de VMM) in welke mate dit het geval is.

Risico’s:
Het is belangrijk om een planning op korte, middellange en lange termijn te maken wat betreft de investeringen in het systeem voor opvang van afvalwater (ondermeer rioleringsstelsel). Op die manier kan de kwaliteit van de stelsel en de daaraan gekoppelde boekwaarde (en jaarlijkse afschrijvingswaarde) op peil gehouden worden.
Indien de gemeentelijke afrekening een surplus zou vertonen, dan loopt de gemeente het risico dat de geïnde saneringsbijdragen terugbetaald dienen te worden. Bovendien zou dit ook betekenen dat er onvoldoende inspanningen geleverd worden om de eigen prestaties qua riolerings- en zuiveringsgraad te verhogen. Dit heeft een impact op de globale Vlaamse score, die de toets van de Europese Kaderrichtlijn Water zal moeten doorstaan.

Ons rioleringsstelsel werd overgedragen aan HidroRio. De opvolging gebeurt in samenwerking met Pidpa en Aquafin.

RISICO 16: opvolgen inkomende subsidies

Lokale besturen ontvangen heel veel subsidies. Maar lopen er ook even veel mis, vooral projectsubsidies.

Het is belangrijk een goed zicht te hebben op alle subsidies die het bestuur ontvangt en deze in kaart te brengen. Tevens kan het aan te raden te zijn in de organisatie personeelsleden vrij te maken die actief op zoek gaan subsidiestromen waarop het bestuur mogelijks recht heeft. Dit heeft wel zijn gevolgen: het voorbereiden en het tijdig indienen subsidiedossiers brengt best wel wat werk zich mee en vergt ook een goede communicatie en samenwerking tussen de diensten onderling.

Er zijn algemene en specifieke subsidies. Het voornaamste voorbeeld van het eerste zijn de middelen die de gemeenten en OCMW’s ontvangen uit het gemeentefonds. Deze dienen ter financiering van de algemene werking en vereisen geen verdere rapportering.
Specifieke subsidies zijn middelen die worden toegekend ter financiering van toewijsbare kosten in de organisatie. Vaak zijn deze loongerelateerd. Het gemeentebestuur zal het aanwenden van deze middelen dienen te verantwoorden.

Subsidies kunnen structureel of éénmalig zijn. Het is van essentieel belang steeds de voorwaarden die gekoppeld zijn aan de toelagen goed in het achterhoofd te houden. Vaak wordt nog te achteloos omgegaan met verkregen subsidies en verliest men onderweg de reden en voorwaarden van subsidiëring wel eens uit het oog. Over het permanent opvolgen van het subsidiedossier en bijhouden van de verantwoordingsstukken moeten goede, interne afspraken worden gemaakt.

Structurele toelagen kunnen opgenomen worden in de meerjarenplanning, hetzij op basis van meerjarige cijfers verstrekt door de betoelagende overheid, hetzij door een eigen groeivoet toe te passen.

Men dient alert te zijn met eenmalige subsidies. Vanuit goed financieel beheer dient er over gewaakt te worden dat een éénmalige subsidie niet meermaals wordt aangewend. Het koppelen van subsidiestromen aan de juiste uitgaven is dus heel belangrijk (op basis van kostenplaatsen, of door het toewijzen van een actie aan zowel ontvangsten- als uitgavenstromen). Ook de aanvraagprocedure voor erfgoedsubsidies is recent gewijzigd, wat een impact heeft op de planning van de te ontvangen subsidies.
Besturen moeten ook attent zijn bij tijdelijke subsidies ter stimuli van bepaalde (loon)facetten in de organisatie. Het bestuur moet er zich terdege van bewust zijn dat vanaf dat ogenblik dat deze subsidie vervalt, de gerelateerde (personeels)kost ten volle dient gedragen te worden.

We verwijzen ook naar de sectorale subsidies in de vrije tijdsector, die sedert een aantal jaar geïncorporeerd zijn in het gemeentefonds. De omvang van deze subsidiestroom is en blijft gebaseerd op het basisjaar 2013 en wordt bovendien niet langer geïndexeerd. Het moet voor het bestuur duidelijk zijn dat een gelijkblijvend beleid jaar na jaar meer centen zal kosten en steeds zwaarder op het budget zal wegen door het structurele tekort dat elk jaar toeneemt.

Bij de originele opmaak van het huidige meerjarenplan, stelden we nog dat een groei van 3,5% van het gemeentefonds gegarandeerd was, maar dat dit in de toekomst echter kon wijzigen. Aangezien dit een belangrijke financieringsbron is voor het lokaal bestuur, houdt dit een mogelijk risico in. Naast het gemeentefonds wordt er door Vlaanderen vanaf 2020 en voorlopig toegestaan tot 2025 een tussenkomst gegeven door de Vlaamse Overheid voor het beheer en de vrijwaring van de open ruimte. Bij de laatste prognose bleek echter dat door de criteria die bepalen welk aandeel onze gemeente krijgt, wij een aanzienlijke minderontvangst zouden realiseren, voor Sint-Katelijne-Waver zullen wij gedurende deze legislatuur ruim 600.000 euro minder inkomsten realiseren dan oorspronkelijk geraamd. 

Daarnaast is het bestuur zich ervan bewust dat het voorbereiden en tijdig indienen van subsidiedossiers heel wat werk met zich meebrengt. Het M-team heeft hier ook zijn rol in te spelen en dient het nodige onderzoek hiernaar te verrichten.

De hogere overheden hebben een heel aantal maatregelen genomen in het kader van de financiering van de coronacrisis. Een aantal van deze subsidies werden opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan, alsook corresponderende uitgaven. Een aantal subsidies ontvangen wij zonder dat hierover verantwoording dient afgelegd te worden, een aantal andere zoals o.m. de consumptiebon voor kwetsbare gezinnen en de subsidie voor armoedebestrijding dienen verantwoord te worden. Indien de invulling van het project niet voldoet aan de voorwaarden, bestaat de mogelijkheid dat een deel van de subsidie zal terug gevorderd worden.

De gewijzigde subsidiëring 'Buitenschoolse Opvang en Activiteiten' naar aanleiding van het nieuwe decreet BOA heeft ook een financiële impact. In de nieuwe subsidieregeling BOA zullen we een basisbedrag per kind ontvangen. Via een gewogen berekening (percentage van schoolgaande kinderen en gedomicilieerde kinderen gebaseerd op de jaren 2018-2020) wordt deze subsidie berekend. Dit betekent voor onze gemeente dat we veel subsidies verliezen. De overheid voorziet hiervoor een compensatieregeling, maar slechts voor de periode van 2026 tot 2029 en niet voor het ganse bedrag aan verminderde subsidies. 

RISICO 17: beleid rond structureel onvermogende debiteuren

Steeds meer besturen krijgen te maken met wanbetalers. Heel veel schoolfacturen blijven onbetaald. De sociale armoede neemt toe en een gedeelte van de OCMW-cliënten zijn niet meer in staat om de toegekende voorschotten terug te betalen.

Een strikt debiteurenbeheer uitwerken is op heden voor elk bestuur een conditio sine qua non in het kader van organisatiebeheersing. Het uittekenen van diverse beheersmaatregelen in elke fase van de invordering is belangrijk. Afspraken over het aantal maningen, een laatste aangetekende herinnering, het tijdstip waarop een deurwaarder wordt gevat, zijn maar een paar belangrijke stappen waarover de organisatie het eens moet worden, hierbij rekening houdende met het onderscheid qua invordering van fiscale en niet-fiscale schulden. De invorderingsregels kunnen worden opgenomen in een retributiereglement, waarbij aan elke stap al dan niet een kostenstructuur wordt verbonden.

Het opleiden van medewerkers is hierbij even cruciaal. Nog te vaak worden financiële invorderingsinstrumenten niet ten volle benut, niet zelden door gebrek aan kennis. Het gaat hierbij vaak om fiscaal beslag onder derden, onroerend beslag.

Een nauwe en transparante samenwerking met een deurwaarder kan het bestuur heel veel kosten besparen. Zo kan het bestuur zelf mogelijke solvabiliteitsonderzoeken vooraf voeren, zoals bijvoorbeeld het raadplegen van het Centraal Bestand voor Beslagberichten (CBB) of het nakijken van de jaarrekeningen. Anderzijds moet er bij de deurwaarder aangedrongen worden om het maken van (nutteloze) kosten zoveel mogelijk te beperken, en bij gebrek aan uitvoeringsmaatregelen snel over te gaan tot het uitreiken van een attest van onvermogen en dit zonder kosten. Maar ook hier is voorzichtigheid geboden: een strengere kostencontrole mag er niet toe leiden dat de deurwaarder “gemakshalve” en in functie van het bestuur als tevreden klant niet langer de noodzakelijke inspanningen levert om het dossier in te vorderen. Het bestuur kan dan wel de invorderingskosten onder controle houden, de ratio van het aantal effectief ingevorderde dossiers zal toch een stuk lager ligger wanneer de deurwaarder al te snel overgaat tot afsluiting van dossiers wegens gebrek aan middelen.

Een “aparte” behandeling voor OCMW-cliënten is in vele gemeenten geen uitzondering. De debiteuren bevinden zich vaak in sociaal moeilijke omstandigheden en te stringente invorderingsregels kunnen contraproductief uitvallen. Dit wil uiteraard niet zeggen dat de opvolging losser moet, integendeel. Deze openstaande vorderingen dienen van zeer nabij opgevolgd te worden, maar met meer ruimte om in te spelen op specifieke sociale situaties en waarbij soms wat extra invorderingsstappen worden ondernomen. Het valt wel aan raden om hiervoor een financieel kader samen met het bijzondere comité van de sociale dienst uit te werken. Dat kader moet een leidraad zijn en de handvaten aanreiken aan de sociale dienst, de maatschappelijk werkers en de leden van het BCSD om steunen op een gelijkwaardige, objectieve en eenvormige manier toe te kennen. Hierin kunnen tevens afspraken worden opgenomen met de financiële dienst, onder welke voorwaarden de steunen “terugvorderbaar” worden gesteld. De aangegane terugbetalingsverbintenissen dienen vervolgens in nauw overleg met de maatschappelijk werker per cliënt te worden opgevolgd.

Er wordt door ons bestuur ingezet op een strak debiteurenbeheer. In het kader van organisatiebeheersing werd bij de dienst financiën een deskundige debiteurenbeheer aangeworven, in vervanging van een boekhouder. Er werd een werkgroep opgezet om dit nog verder te verfijnen, uit te schrijven en de nodige nuttige rapportering rond uit te werken.

RISICO 18: financiële gevolgen en implicaties van de coronacrisis

Reeds kort na de start van het nieuwe meerjarenplan werd de wereld en dus ook de gemeente Sint-Katelijne-Waver geconfronteerd met het coronavirus. De beperkende maatregelen van hogere overheden en de milderende maatregelen die door het lokale bestuur genomen zijn hebben ook financiële gevolgen op korte en langere termijn.

De coronacrisis heeft een impact gehad zowel op exploitatie als op investeringen. Bepaalde exploitatie-uitgaven verhoogden (verhoging subsidies, coronafonds, kosten voor beschermingsmateriaal,…). Bepaalde ontvangsten werden niet gerealiseerd (minder opbrengsten uit bepaalde belastingen, BKO, verhuur infrastructuur,…). Of de coronacrisis een blijvende impact zal hebben op onder andere de inkomsten uit de aanvullende personenbelasting, zal nog moeten blijken. Het investeringsplan werd in 2021 uitgevoerd voor 45%, de rest werd doorgeschoven naar de volgende jaren van het meerjarenplan.

Om de ontvangsten en uitgaven die rechtstreeks gerelateerd zijn aan corona te bundelen, werd een aparte actie in het meerjarenplan opgenomen (Actie 5.6.1. Coronamaatregelen).

Vanaf 2023 staan zo goed als alle ramingen onder die actie op nul, we gaan er van uit dat eventuele kosten die we nu nog maken door corona permanent in de samenleving zullen blijven. Indien er nog kosten verwacht worden, worden deze op de "gewone" ramingen voorzien, denk bijvoorbeeld aan de kosten schoonmaakproducten scholen, waar de handdoeken vervangen werden door een papieren variant.

RISICO 19: financiële gevolgen en implicaties van de Oekraïnecrisis

Begin 2022 werd de impact van het conflict tussen Rusland en Oekraïne duidelijk. Deze crisis heeft voornamelijk een impact op exploitatie van het OCMW bestuur. Bepaalde exploitatie-uitgaven verhogen (o.a. samenwerking met Borgerstein, leefloon voor betrokken vluchtelingen, …). Hier tegenover staan een aantal subsidiemaatregelen van de hogere overheid.

Om deze ontvangsten en uitgaven te bundelen werd ook hiervoor een aparte actie in het meerjarenplan opgenomen (Actie 5.7.1. Oorlogscrisis Oekraïne).

RISICO 20: stijgende prijzen

Sinds eind 2021 worden we geconfronteerd met steeds verder stijgende energieprijzen. Op basis van de prognoses en vooruitzichten aangeleverd door VEB in november 2022 wordt de stijging van de energieprijzen verwerkt in AMJP 06. VEB leverde ons ook vooruitzichten aan voor 2024 en 2025. Voor aardgas gaat men er van uit dat de kostprijs in 2024 en 2025 terug daalt, nl. naar respectievelijk 80% en 60% van de kostprijs van 2023, voor elektriciteit is dat 75% en 70% t.o.v. de kostprijs van 2023, een iets kleinere daling. Om de impact hiervan enigszins te milderen werd er reeds principieel beslist om de openbare verlichting te doven 's nachts van zondag tot en met donderdag tussen 1u en 5u. Daarnaast wordt de temperatuur in de gemeentelijke infrastructuur met 1 tot 2 graden verlaagd. 

Het is nog onduidelijk in deze fase hoeveel gezinnen zullen getroffen worden door de stijgende energieprijzen, en of dit nog bijkomende gevolgen zal hebben (bvb. bijkomende financiële steun).

Tot slot heeft de overheid het BTW tarief tijdelijk verlaagd, deze verlaging werd in een latere fase ook doorgevoerd bij openbare besturen.

Ook de prijszetting van de andere uitgaven kan hierdoor beïnvloed worden, want ook onze leveranciers worden geconfronteerd met stijgende kosten en zullen die ook doorrekenen: hogere energiekosten, hogere loonkosten, hogere materiaalprijzen... Bij een aantal ramingen werd hier reeds rekening mee gehouden, bij andere niet. Voorzichtigheidshalve hebben we daarom een buffer ingebouwd voor enerzijds werkingskosten en anderzijds investeringen ten belope van respectievelijk 500.000 euro en 450.000 euro jaarlijks vanaf 2023 tot en met 2025.

RISICO 21: niet gerealiseerde (opbrengsten uit) verkoop patrimonium

Er wordt in dit meerjarenplan uitgegaan van de verkoop van een aantal sites uit het gemeentelijk patrimonium. Het risico bestaat steeds dat deze niet verkocht geraken of niet aan de gewenste prijs. 

Grondslagen en assumpties

Terug naar navigatie - Grondslagen en assumpties

Drie soorten budgetten 

De schema’s van de BBC delen de werking op in drie rubrieken: het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het financieringsbudget.  
 
1 - Exploitatie 

Deze rubriek bevat de dagelijkse uitgaven en ontvangsten. Deze budgetten volgen we op aan de hand van soort en cluster (details indeling in bijlage).  

2 - Investeringen 

De uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op deze rubriek zijn aankopen of verkopen van patrimonium, machines, uitrusting of meubilair, maar ook investeringssubsidies. Deze elementen komen op de balans van ons bestuur, en worden gespreid in de tijd afgeschreven of verrekend.  
Achterliggend delen we onze investeringen op in projecten. Op deze manier zullen we ook rapporteren in de opvolgingsrapportering. Anders dan bij de exploitatie kunnen de investeringsprojecten doorgeschoven worden naar een volgend jaar indien ze zich niet zouden realiseren in het jaar waarin ze gebudgetteerd werden. 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt voor 1 maart van het nieuwe boekjaar, welk gedeelte van de kredieten voor de gemeente voor investeringen en financiering, die voor het vorige boekjaar opgenomen waren in het meerjarenplan maar nog niet zijn aangewend, overgedragen worden naar het lopende boekjaar. Het vast bureau doet hetzelfde voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

3 - Financiering 

Deze rubriek sommeert alle elementen die te maken hebben met de liquiditeiten: het opnemen en aflossen van leningen, het toestaan van (doorgeef)leningen en de recuperatie ervan. 
  

Algemeen

De cijfers in het meerjarenplan zijn gebaseerd op de input van de verschillende diensten. 

Volgende principes werden gehanteerd:
•    Uitgaven moeten voorzien worden in het jaar dat de uitgave effectief gerealiseerd (= gefactureerd) zal worden.
•    Voor exploitatie vertrekt men van de rekeningcijfers van de voorbije jaren (= effectieve realisatie).
•    Bij een investeringsproject moet er ook rekening gehouden worden met de eventueel bijbehorende exploitatiekosten, ook in de volgende jaren (bv. onderhoud, …). 
•    Exploitatie-uitgaven worden niet standaard geïndexeerd. Enkel onderhoudscontracten, nutsvoorzieningen, huur, steunverlening en personeelskosten mogen jaarlijks geïndexeerd worden. Andere indexaties werden gemotiveerd.


1 - Exploitatiekredieten

UITGAVEN

Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit loonkosten, de aankoop van goederen en diensten en de toegestane werkingssubsidies. De leningslasten, de hulpverlening van het OCMW en de andere uitgaven nemen een kleiner aandeel in.  

60-61: Goederen en diensten
Op deze rubriek worden de courante inkomende facturen geboekt: nutsvoorzieningen, aankoop van goederen, verzekeringen, controleorganismen, documentatie en abonnementen, … Deze budgetten zijn tot 10.000 euro gedelegeerd aan de budgethouders, die zelfstandig hun uitgaven beheren en inplannen.

Op basis van de prognoses en vooruitzichten aangeleverd door VEB in november 2022 wordt de stijging van de energieprijzen verwerkt in AMJP 06. VEB leverde ons ook vooruitzichten aan voor 2024 en 2025. Voor aardgas gaat men er van uit dat de kostprijs in 2024 en 2025 terug daalt, nl. naar respectievelijk 80% en 60% van de kostprijs van 2023, voor elektriciteit is dat 75% en 70% t.o.v. de kostprijs van 2023, een iets kleinere daling. Er wordt ook rekening gehouden met het doven van de openbare verlichting 's nachts van zondag tot en met donderdag tussen 1u en 5u zoals reeds principieel beslist. Aangezien de impact van de inflatie ook op de andere werkingskosten sterk voelbaar zal zijn, werd er daar waar nog geen nieuwe prijzen bekend zijn, voorzichtigheidshalve een buffer ingebouwd voor deze onvoorziene stijgende werkingskosten ten belope van 500.000 euro jaarlijks vanaf 2023 tot en met 2025.

62: Lonen
Deze uitgavensoort bevat alle loonlasten van de mandatarissen en het personeel, alsook de pensioenen van de mandatarissen. Ook de loonlasten van het onderwijzend personeel vinden we hier terug, ook al zijn deze uitgaven niet ten laste van ons bestuur. Deze uitgaven worden echter wel gecompenseerd door een subsidie aan de ontvangstenkant. Op deze rubriek vinden we ook andere personeelskosten terug zoals maaltijdcheques, woon-werkverkeer en de hospitalisatieverzekering.

Grondslagen en assumpties:

  • Het personeelsbudget wordt telkens bijgestuurd op basis van de huidige personeelsformatie.
  • De wedde van alle huidige personeelsleden wordt geraamd op basis van hun individuele geldelijke loopbaan en de tewerkstellingsbreuk van hun effectieve huidige tewerkstelling. 
  • Een vacature wordt voorzien op basis van de schaal zoals voorzien in de formatie, rekening houdend met een berekende gemiddelde anciënniteit.
  • De overschrijding van de spilindex was voorzien in maart 2022 in de oorspronkelijke cijfers, deze werd aangepast in AMJP05 aan de verwachtingen van het planbureau van april 2022. In AMJP05 hielden we rekening met indexaanpassing op 1/01/2022, 1/02/2022, 1/04/2022, 1/06/2022, 01/01/2023 en 01/06/2023. Voor de volgende jaren voorzien we dan telkens een stijging op 01/06. In AMJP06 baseren we ons op de laatste prognose van november 2022. Tot 01/06/2022 waren bovenstaande gegevens correct, daarna komen er nog indexeringen op 01/09/2022, 01/12/2022, 01/01/2023 en 01/07/2023. Vanaf 2024 gaan we opnieuw uit van een jaarlijkse stijging van 2 %. 
  • De jaarlijkse indexverhoging wordt gebudgetteerd op de effectieve loonkost. Kosten zoals maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, … worden status quo gehouden, met uitzondering van bovenstaande.
  • De effectieve realisatie van het geraamde personeelsbudget is afhankelijk van verschillende factoren. Ervaring leert ons dat onder andere afwezigheden (opnemen van bepaalde verlofstelsels, ziektes, …) en het niet (onmiddellijk) invullen van vacatures er toe leidt dat er binnen het berekende personeelsbudget steeds een beperkt overschot is. Dat overschot werd in het meerjarenplan 2020-2025 deels geschrapt (5% op BKO en onderhoudspersoneel schoonmaak).
  • We merken soms ook een langdurige ziekte bij statutair personeel, waar vervanging voor nodig is, we houden daarom een reserve aan van 45.000 euro.
  • De loonkosten van het onderwijzend personeel ten laste van andere overheden loopt gelijk met de subsidie die we daarvoor inboeken en stijgen normaal gezien jaarlijks met 2%. Ook hier hebben we een bijkomende stijging voorzien.
  • We gaan ook uit van een stijging van de eindejaarstoelage voor al het gemeentelijk personeel en hebben daar de nodige subsidiëring tegenover geplaatst, zoals deze gecommuniceerd werd. 100% voor VIA-diensten en 2/3de voor het overige personeel.
  • Voor de eerste pensioenpijler stijgt de werkgeversbijdrage vanaf 2023.
  • Voor de tweede pensioenpijler gaan we over naar een nieuw pensioenfonds waardoor we gedurende 5 jaar een extra kost hebben van 5% (aanleg buffer).
  • In een vorige AMJP werd er een pensioenverzekering ingeschreven voor mandatarissen. Gezien de huidige economische situatie, werd beslist om dit pensioenfonds niet aan te leggen, de kredieten werden geschrapt in AMJP06.

648: Individuele hulpverlening aan het OCMW
Alle steunen die door het bijzonder comité voor de sociale dienst worden toegekend, voorzien we onder deze uitgavensoort.  

Grondslagen en assumpties:

  • We zijn consequent in de opmaak van ons budget: aan de ontvangstenkant houden we zowel de recuperatie van deze hulpverlening als de subsidies die we ontvangen van de hogere overheid in het kader van de hulpverlening stabiel.

649: Toegestane subsidies
De rubriek ‘toegestane subsidies’ betreft voornamelijk de toelagen die het bestuur uitkeert aan brandweer, politie, zorgbedrijf, kerkbesturen en intercommunales. Ook de subsidies aan verenigingen en burgers vallen hieronder.

Grondslagen en assumpties:

  • De dotaties aan de politiezone, brandweerzone en zorgbedrijf werden ingeschreven op basis van de bedragen opgenomen in hun meerjarenplanning. 
  • De werkingssubsidies aan de erediensten werden ingeschreven op basis van het meerjarenplan van de kerkfabrieken zelf, en worden bijgestuurd volgens de beslissingen bij de vaststelling van de begrotingen van de kerkfabrieken. 
  • De andere begunstigden zijn voornamelijk de uitgaven gekoppeld aan de nominatieve subsidies en subsidiereglementen van ons bestuur. Deze bedragen blijven, net zoals in het vorige meerjarenplan, gelijk doorheen de legislatuur. Zij worden niet geïndexeerd. Er worden wel extra subsidies opgenomen voor de jeugd- en sportverenigingen.

65: Financiële uitgaven
De intresten van onze leningen worden onder deze rubriek opgenomen.  Daarnaast registreren we hier de bankkosten die we doorheen het jaar hebben.

Grondslagen en assumpties:

  • De lopende leningen werden opgenomen op basis van de aflossingstabellen die door de banken verstrekt zijn.
  • De aflossingen in het kader van ‘Scholen voor Morgen’ werden opgenomen op basis van de aflossingstabellen.
  • We nemen in deze AMJP nog nieuwe leningen op voor 19,85 miljoen euro (2,90 mio euro minder dan initieel voorzien bij de opmaak van het initieel MJP). De leninglasten werden berekend op basis van een afbetaling op 20 jaar aan een intrest van 3,75% voor de nieuwe op te nemen leningen. De kapitaals- en intrestaflossingen beginnen telkens het jaar nadien.

ONTVANGSTEN    

De fiscale ontvangsten en de werkingssubsidies zijn onze belangrijkste inkomstenbronnen, gevolgd door de ontvangsten uit de werking.

70: Ontvangsten uit de werking
Op deze rubriek worden de ontvangsten geboekt uit prestaties: de facturatie van de verschillende diensten van het lokaal bestuur, verkopen, huuropbrengsten, inschrijvingsgelden en retributies. 

Grondslagen en assumpties:

  • We gaan uit van verderzetting van de lopende huurcontracten, met indexatie.
  • Wat betreft prestaties die we vorderen op basis van retributiereglementen, gaan we uit van de toepassing van de tarieven zoals deze werden goedgekeurd door de gemeenteraad. Aangezien er bij de retributiereglementen geen indexatie voorzien is, houden we deze ontvangsten dan ook status quo gedurende de ganse looptijd van het meerjarenplan. 

73: Fiscale ontvangsten
Deze inkomsten bevatten voornamelijk de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende belasting op de personenbelasting. Daarnaast registreren we hier de ontvangsten uit de belastingreglementen zoals gestemd door de gemeenteraad eind 2019, en latere aanpassingen hierop. 

Grondslagen en assumpties:

  • Voor de APB gingen we bij opmaak MJP uit van een groei van 2%, en met de invloed van de taxshift die nog voelbaar zou zijn tot 2021. We baseren ons nog steeds op de prognose van de FOD Financiën voor de inkomsten van de volgende jaren. Naast de verwachte stijging omwille van de inflatie zal in 2023 bovendien éénmalig een hoger bedrag doorgestort worden. Door een wijziging in de boekhoudkundige verwerking bij FOD Financiën, zullen zij vanaf 2023 het ingekohierde bedrag doorstorten en niet langer wachten op de invordering van deze gelden vooraleer ze doorstorten, wat betekent dat we eenmalig 14 maanden aan ontvangsten kunnen voorzien.
  • We hebben nog geen rekening gehouden met eventuele nieuwe maatregelen in het kader van een nieuwe taxshift die de regering zou kunnen doorvoeren.
  • Ook voor de OOV voorzien we een stijging vanaf 2023 omwille van de hoge inflatiecijfers. De officiële raming werd enkel bijgestuurd voor budgetjaar 2023, voor de volgende jaren hebben wij ons gebaseerd op de huidige inflatiecijfers en de berekening gemaakt zoals zij ons meegedeeld hebben in hun schrijven.
  • De andere belastingen werden geraamd aan de hand van de belastingreglementen die in december 2019 werden voorgelegd worden aan de gemeenteraad, of latere herstemmingen. De aanname is om deze tarieven gelijk te houden doorheen de legislatuur, behoudens:
    • de belasting op masten en pylonen, waar we een stijging voorzien, aangezien het belastingreglement voorziet in een indexaanpassing;
    • de belasting op afgifte van administratieve stukken is de eerste jaren lager, aangezien we dan nog in de overgangsperiode van de geldigheidstermijn van EID zitten, die werd aangepast van 5 naar 10 jaar.
    • de belasting op reclamedrukwerk blijkt, na de daling door corona, toch terug lichtjes te stijgen. We doen hier een voorzichtige stijging op de cijfers.
    • de belasting op aanplakborden werd aangepast in 2021, waardoor ook tijdelijke borden zoals immoborden belast worden. Sinds begin 2022 organiseren wij maandelijks een rondrit, hierdoor zal de gerealiseerde opbrengst waarschijnlijk hoger liggen dan voorzien.
    • de bedrijfsbelasting kent een historische natuurlijke groei van 2% gebaseerd op de periode 2014-2022, dewelke nu ook wordt doorgetrokken in deze AMJP, voornamelijk gezien de ontwikkelingen in Veiling Zuid
  • Wat betreft de afvalbelasting hebben we de kredieten behouden op basis van het kohier 2021, voorbereid door IVAREM. Een prognose maken blijft moeilijk, het aantal gezinnen stijgt, maar ook de vermindering van het tarief voor kinderen ten laste en alleenstaanden. We blijven wel voorzichtiger dan IVAREM en gaan we niet uit van een jaarlijkse indexering. Het kohier van 2022 lag ook in de lijn van deze raming.

740: Werkingssubsidies
Deze rubriek wordt opgesplitst in algemene subsidies en specifieke subsidies. 
Onder de algemene subsidies vinden we de bedragen van het gemeentefonds, de gesco-toelagen en de subsidies die de scholen ontvangen in functie van hun aantal leerlingen.
De specifieke werkingssubsidies bevatten de subsidies ontvangen in het kader van de hulpverlening van het OCMW, de tewerkstellingssubsidies, de subsidies voor het onderwijzend personeel dat niet ten laste is van het bestuur en andere werkingssubsidies die aan een activiteit of project kunnen worden toegewezen.

Grondslagen en assumpties:

  • De bedragen van het gemeentefonds sluiten aan met de ontvangen prognoses.  Bij de laatste prognose bleek dat door de criteria die bepalen welk aandeel onze gemeente krijgt, wij een aanzienlijke minderontvangst realiseren, nl. gedurende deze legislatuur ruim 600.000 euro minder dan oorspronkelijk geraamd.
  • De aanvullende dotaties gemeentefonds bevatten de sectorale subsidies, de Eliaheffing en de bijdrage open ruimte, en werden ingeschreven volgens de voorschriften. De bijdrage open ruimte werd vorige keer reeds bijgestuurd t.o.v. de originele raming.
  • De extra tegemoetkoming voor de responsabiliseringsbijdrage werd op een apart algemeen rekeningnummer gebudgetteerd, een jaar vroeger dan de uitgave conform de boekingsfiche voorgelegd door Agentschap Binnenlands Bestuur. Deze worden telkens bijgestuurd op basis van de meest recente ontvangen cijfers van de federale pensioendienst. 
  • De gesco-bijdragen werden opgenomen op basis van de prognoses. We voorzien geen stijging voor deze subsidies.
  • De werkingssubsidie voor de scholen werd ingeschreven a rato van het aantal leerlingen van 2019, met een jaarlijkse stijging van 2% vanaf 2021. Enkel in Dijkstein wordt voor de volgende jaren een verhoging voorzien op basis van het effectieve hogere leerlingenaantal.
  • De tewerkstellingssubsidies worden ingeschreven op basis van de toekenningen die we kregen.
  • De sociale maribel (OCMW) houden we constant op 61.000 euro per jaar.
  • De werkingssubsidies voor BKO worden in twee categorieën opgedeeld. We hebben deze subsidies ingevuld op basis van de subsidies die we de laatste 5 jaar mochten ontvangen. Indien de subsidiëring aangepast zou worden, heeft dit uiteraard ook een impact op de ramingen die opgenomen werden.
  • We voorzien subsidies voor de aanstelling van een pedagogisch coach en een tegemoetkoming in de IFIC-loonschalen van het begeleidend personeel BKO.
  • Andere werkingssubsidies werden opgenomen in functie van het budget van de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft.

748: recuperatie individuele hulpverlening
Deze rubriek bevat de terugvorderingen van steun verleend door het OCMW in het kader van de individuele hulpverlening bij de cliënt zelf. De subsidies die we ontvangen vanuit de federale overheid worden bij de werkingssubsidies geboekt.

Grondslagen en assumpties:

  • De ontvangsten volgen de individuele hulpverlening door het OCMW.

74(1-7): andere operationele ontvangsten
Andere operationele ontvangsten zijn de werknemersbijdrage, bijdrage maaltijdcheques en recuperaties via eigen facturatie of via de verzekering voor gemaakte uitgaven.

Grondslagen en assumpties:

  • De terugvordering van de maaltijdcheques werd berekend op basis van de kostprijs van de maaltijdcheques.
  • Aangezien de persoonlijke bijdrage vastgesteld is op 1,09 euro per maaltijdcheque, houden we de ontvangsten hiervan status quo.

75: Financiële ontvangsten
Deze ontvangsten bestaan vooral uit de dividenden uit deelnemingen.

Grondslagen en assumpties:

  • De rente-subsidies van het DBFM project ‘Scholen voor Morgen’ volgen de aflossingstabel en dalen lichtjes.
  • Het dividend van elektriciteit werd aangepast bij de vorige aanpassing van het meerjarenplan omwille van het overnamedossier van de openbare verlichting door Fluvius (financiële leasing).
  • In een vorige aanpassing meerjarenplan verwerkten we ook de daling van de dividenden uit elektriciteit en gas omwille van de gewijzigde tariefmethodologie van de VREG. Voor de eerstvolgende jaren voorziet Vlaanderen wel een gedeeltelijke compensatie van deze vermindering.

 

2 - Investeringskredieten

UITGAVEN

Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit infrastructuur. Als de uitgaven worden opgedeeld per cluster, zien we dat deze zich vooral situeren op het vlak van mobiliteit en cultuur en vrije tijd.

Voor een aantal investeringen worden de voorziene kredieten naar een ander jaar verschoven, rekening houdend met de verwachte realisatietermijnen i.f.v. de samenwerking met Aquafin en Hidrorio. Waar de werken niet zullen afgerond kunnen worden voor het einde van deze legislatuur en (een deel van) de kredieten verschoven dienen te worden naar volgend meerjarenplan, wordt zichtbaar in schema’s T3. In deze AMJP gaat dit over de heraanleg van de Bosstraat. Een aantal andere investeringen worden ook verschoven maar blijven binnen dit meerjarenplan, zoals bij de fietssnelweg aan het stationsplein, de fietsverbinding aan de R6, de ANPR-camera's en flitspalen, de heraanleg van de Populierenstraat, de bouw van de fuif- en evenementenzaal en de bijhorende buitenaanleg en weg, het buitengewoon onderhoud aan de scholen en aan de zwembaden, de aanleg van het binnengebied Bruultjeshoek, de renovatie van de kerk en de dorpskernvernieuwing in Onze-Lieve-Vrouw-Waver, de werken in Borgersteinpark, de heraanleg van de Bosstraat en de investeringssubsidie aan de kerkfabriek Sint-Augustinus. Er worden ook extra kredieten ingeschreven voor een bijkomend stuk aan de fietsverbinding R6 en voor een fietspad aan Strijbroek. Het fietspad aan de Mechelsesteenweg wordt voorlopig nog niet heraangelegd. Voor investeringen aan de toegankelijkheid van het openbaar domein worden ook extra kredieten voorzien. De inzet van het investeringsfonds van Pidpa-HidroRio werd ook correct ingeschreven. Er worden extra kredieten voorzien voor subsidies aan jeugdverenigingen voor de bouw van nieuwe lokalen en aan de sportverenigingen voor kunstgrasvelden. De investeringen voor het buitengewoon onderhoud aan de zwembaden worden ook opgetrokken. Er wordt krediet voorzien voor het buitengewoon onderhoud aan de werkplaatsen (de bouw van een nieuwe loods en een uitbreiding aan de bureauruimtes).

Hoe de prijzen van de investeringen in de volgende jaren gaan stijgen, blijft moeilijk in te schatten. Voor de uitgaven waarvoor de overheidsopdracht al loopt en er meer duidelijkheid is over o.a. de hogere materiaalprijzen, werden deze kredieten aangepast (bvb. de investeringen in binnengebied Bruultjeshoek). Voor de andere investeringskredieten voorzien we een buffer van 450.000 euro jaarlijks om prijsstijgingen te kunnen opvangen, daar waar we niet binnen budget kunnen blijven.  

ONTVANGSTEN

Deze ontvangsten bestaan enkel uit investeringssubsidies en andere materiële vaste activa (verkoop terreinen en gebouwen). Als de ontvangsten worden opgedeeld per cluster, zien we dat deze zich vooral situeren op het vlak van algemene financiering en mobiliteit.

Ook voor de investeringssubsidies worden er voornamelijk bijsturingen gedaan op vlak van budget en timing, op basis van de uitgaven. Ook de verkoop van Ijzerenveld aan de Duffelse Volkswoningen en van site Leyland schuiven een jaar op. De verkoop van de woning aan de Albertstraat (na opsplitsing van de oude drukkerij) wordt ook voorzien.   

 


3 - Financiering

Grondslagen en assumpties:

  • Er wordt niet meer geleend dat wat er budgettair nodig is. Het beschikbaar budgettair resultaat is daardoor wel positief, maar niet erg hoog.
  • De leningen werden lichtjes verlaagd met 510.000 euro t.o.v. het vorige goedgekeurde meerjarenplan. 
  • Bij opmaak werden er voor 22,75 miljoen nieuwe leningen gebudgetteerd (tegenover een investeringskrediet van 39 miljoen euro). Ondanks de overdracht van de investering van 2019 maar dankzij het betere resultaat van 2019, kwamen we bij AMJP01 in september 2020 op een investeringsbudget van ong. 44,5 miljoen euro, en konden we toch een 0,5 miljoen euro aan leningen schrappen. In AMJP02 konden we opnieuw 1,28 mio euro aan leningen schrappen en kwamen we aan een totaal van nieuwe op te nemen leningen voor 20,97 mio euro, ten opzichte van een investeringsbudget van 48,3 mio euro. In AMJP03 werden de leningen constant gehouden op 20,97 mio euro, maar stijgen de investeringen wel naar 49,25 mio euro. De leningen werden wel herschikt in functie van de grote projecten. In AMJP04 worden de nieuwe leningen verminderd met 0,61 mio euro tot 20,36 mio euro, maar dalen ook de investeringen wel naar 47,21 mio euro. In AMJP05 werden de leningen status quo gehouden, en daalden de investeringen tot 45,95 mio euro. De leningen werden ook wel herschikt in functie van de grote projecten. In de huidige AMJP06 worden de leningen opnieuw lichtjes verminderd en herschikt in tijd. De investeringen in de huidige legislatuur stijgen opnieuw tot 46,4 mio euro (incl. de voormelde buffer).
  • Bij de berekening van de aflossingen (kapitaal en intresten) werd er uitgegaan van een licht stijgende rente gedurende de volgende jaren en van een opname op het einde van het jaar, waardoor de eerste aflossingen telkens pas gebeuren in het volgende jaar.
  • Voor de overname van de openbare verlichting door Fluvius werd de boekingsfiche van ABB gevolgd en werd reeds bij de aanpassing in 2020 een leasingconstructie opgenomen. Hierdoor steeg de schuldgraad ondanks het feit dat er geen nieuwe leningen werden aangegaan. Gevolg is dat hierdoor de schuld van de lokale besturen fors is toegenomen. Daarnaast heeft ook de correcte boekhoudkundige verwerking van de overnameprijs een impact op de AFM. Het betreft geen netto kasstroom, maar de uitgave staat in het liquiditeitenbudget en dezelfde ontvangst is een desinvestering (dus investeringsbudget). De AFM is dus gedaald omwille van deze constructie. De kredieten worden bij elke AMJP bijgestuurd in functie van de projectplanning van Fluvius, hierop hebben we weinig impact. 

Bijlage: indeling exploitatie-uitgaven

Terug naar navigatie - Bijlage: indeling exploitatie-uitgaven

Naar soort: 

Uitgaven Ontvangsten
60/61 goederen en diensten 70 verkopen en prestaties
62 lonen 73 fiscale ontvangsten
648 individuele hulpverlening aan het OCMW 74 subsidies en recuperaties
649 toegestane subsidies 75 financiële ontvangsten
65 financiële uitgaven  

 

Naar cluster:

Algemeen bestuur
0100 Politieke organen
0110 Secretariaat
0111 Fiscale en financiële diensten
0112 Personeelsdienst en vorming
0115 Welzijn op het werk
0119 Overige algemene diensten
0130 Administratieve dienstverlening
0160 Hulp aan het buitenland
0190 Overig algemeen bestuur 
Algemene financiering
0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
0020 Fiscale aangelegenheden
0030 Financiële aangelegenheden
0040 Transacties in verband met de openbare schuld
0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel
0090 Overige algemene financiering
Cultuur en vrije tijd
0700 Musea
0703 Openbare bibliotheken
0705 Gemeenschapscentrum
0709 Overige culturele instellingen
0710 Feesten en plechtigheden
0720 Monumentenzorg
0739 Overig kunst- en cultuurbeleid
0741 Sportpromotie- en evenementen
0742 Sportinfrastructuur 
0751 Jeugd
0752 Infrastructuur en faciliteiten ten behoeve van kinderen en jongeren
0790 Bijdrage aan de besturen van de erediensten
Mobiliteit
0200 Wegen
0210 Openbaar vervoer
0220 Parkeren
Natuur en milieubeheer
0300 Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval
0309 Overig afval- en materialenbeheer
0310 Beheer van regen- en afvalwater
0319 Overig waterbeheer
0329 Overige vermindering van milieuverontreiniging
0340 Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos
0350 Klimaat en energie
0390 Overige milieubescherming
Ondernemen en werken
0500 Handel en middenstand
0510 Nijverheid
0520 Diensten voor toerisme
Onderwijs
0800 Onderwijs
0820 Deeltijds kunstonderwijs
0870 Ochtend- en avondtoezicht
0889 Ondersteunende diensten voor het algemeen onderwijsbeleid 
Veiligheidszorg
0400 Politiediensten
0410 Brandweer
0470 Dierenbescherming
0480 Bestuurlijke preventie (incl. GAS)
0490 Overige elementen van openbare orde en veiligheid
Wonen en ruimtelijke ordening
0600 Ruimtelijke planning
0622 Woonwagenterreinen
0629 Overig woonbeleid
0630 Watervoorziening
0640 Elektriciteitsvoorziening
0650 Gasvoorziening
0670 Straatverlichting
0680 Parken en plantsoenen
Zorg en opvang
0900 Sociale bijstand
0903 Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
0904 Activering van tewerkstelling
0905 Dienst voor juridische informatie en advies
0909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid
0911 Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap
0919 Overige activiteiten inzake ziekte- en invaliditeit
0930 Sociale huisvesting
0943 Gezinshulp
0945 Kinderopvang
0946 Thuisbezorgde maaltijden
0949 Overige gezinshulp
0953 Woon- en zorgcentra
0959 Overige verrichting betreffende ouderen
0984 Ontsmetting en openbare reiniging
0985 Gezondheidspromotie en ziektepreventie
0986 Eerstelijnsgezondheidszorg
0989 Overige dienstverlening inzake volksgezondheid
0990 Begraafplaatsen
0992 Lijkbezorging

Verwijzing naar documentatie